1982 – 5(3/4)

WF BYNUM, EJ BROWNE & Roy PORTER, redacteuren (1982)
Woordenboek van de Geschiedenis van de Wetenschap. Macmillan, Londen-Basingstoke, 494 p.

De wetenschapshistoricus voelt steeds meer de behoefte aan een werk dat de voortgang van het wetenschappelijke denken analyseert, niet via de biografieën van wetenschappers – dit is het onderwerp dat op het hoogste wetenschappelijke niveau wordt behandeld door de DSB – maar via de ontwikkeling van wetenschappelijke concepten. . Dit woordenboek beantwoordt perfect aan deze behoefte: het is in feite het eerste woordenboek van wetenschappelijke ideeën vanuit een historische invalshoek. Ruim 700 aantekeningen geschreven door ruim 95 specialisten bestuderen de oorsprong van definities, theorieën, noties en fundamentele wetenschappelijke concepten. Afhankelijk van de opvatting van de wetenschapsgeschiedenis omvat dit woordenboek naast de exacte en experimentele wetenschappen ook de wetenschapsfilosofie en de menswetenschappen. Een dergelijke opvatting staat haaks op een zekere bekrompen geest die het onderzoeksgebied van de wetenschapsgeschiedenis zou willen beperken tot de empirische en wiskundige wetenschappen. In tegenstelling tot deze bekrompen visie legt het DHS de nadruk op filosofische en metafysische principes die bepaalde wetenschappelijke concepten onderstrepen of daaruit voortvloeien.

De stelling die het DHS verdedigt is daarom dat een filosofische achtergrond niet alleen essentieel is om de historische ontwikkeling van het wetenschappelijke concept te begrijpen, maar ook om de onderlinge relaties te begrijpen die ontstaan tussen deze ontwikkeling en die van andere concepten die betrekking hebben op verschillende takken van kennis.

Het DHS vat op een nog bredere manier de fundamenten op waarop wetenschappelijke theorieën zijn gebouwd: ze omvatten niet alleen concrete empirische gegevens die door natuurlijke fenomenen worden aangeleverd en verkregen door observatie en ervaring, maar ook niet-empirische elementen zoals ideeën, theorieën of noties.

In dit brede perspectief houdt het DHS zich bezig met de conceptuele geschiedenis van de volgende disciplines: astronomie, biologie, scheikunde, aardwetenschappen, geschiedschrijving en wetenschapssociologie, geesteswetenschappen, wiskunde, geneeskunde, wetenschapsfilosofie, natuurkunde.

Hoewel de nadruk ligt op de geschiedenis van wetenschappelijke concepten, houdt het DHS bovendien rekening met de geschiedenis van de technologie, in de eerste plaats omdat de ontwikkeling ervan bijdraagt aan de ontwikkeling van wetenschappelijke concepten.

In feite probeert het hele DHS de vraag te beantwoorden die de redactie in de eerste regel van de inleiding stelt: "Hoe kan de historische dimensie van de wetenschap bijdragen aan het begrijpen van de plaats ervan in ons leven?" » Om deze vraag te beantwoorden was het nodig om de hedendaagse wetenschap een belangrijke plaats te geven. Deze laatste overweging doet echter geenszins afbreuk aan wat teruggaat tot de oude of middeleeuwse oorsprong van de hedendaagse wetenschap. Hoewel het DHS de nadruk legt op de geschiedenis van wetenschappelijke concepten in het Westen, reserveert het niettemin aanzienlijke ruimte voor wetenschappelijke ideeën van Arabische, Chinese en Indiase oorsprong.

Bovendien omvat het DHS verschillende bibliografieën die elk een zeer specifieke functie vervullen: 1° een algemene bibliografie die in twee delen is verdeeld: (a) referenties met betrekking tot de verschillende domeinen die in het woordenboek worden behandeld en (b) algemene werken over de geschiedenis van de wetenschap; 2° een bibliografie van gespecialiseerde werken, verdeeld in acht delen, die elk een van de fundamentele disciplines betreffen die in het werk aan bod komen; 3° een bibliografie met betrekking tot het beoogde wetenschappelijke concept sluit elk artikel gewijd aan de geschiedenis van een fundamenteel concept af.

Het DHS heeft de verdienste het eerste woordenboek te zijn dat zich bezighoudt met de conceptuele geschiedenis van de wetenschap. Het zal een onmisbaar werkinstrument blijven voor onderzoekers die zich bezighouden met de geschiedenis van wetenschappelijke ideeën in vrijwel alle disciplines. Het DHS zal een zeer belangrijke positie verwerven overal waar de geschiedenis van wetenschappelijke concepten en hun relaties met andere takken van kennis worden bestudeerd.

H. Elkhadem

Johan DAVID (1982)
Claim, bron voor de geschiedenis van de technieken.
Museum voor de Oudere Technieken, Grimbergen (België), 64 p., ill.

Het Grimbergen Museum voor Oude Technieken, onlangs geopend voor het publiek (zie Technologie 5 (1), presenteerde van 15 mei tot 30 juli 1982 een tentoonstelling gewijd aan reclame. Zoals de titel van de bij deze gelegenheid uitgegeven brochure aangeeft, was het doel vooral om het publiek bewust te maken van de belangstelling voor oude reclamedocumenten als bron voor de geschiedenis van de techniek.

Dit kleine werk is daarom noch een ‘geschiedenis van de reclame’, noch een studie van de sociale, esthetische, informatieve en economische rol van reclame. Het is eenvoudigweg de catalogus van de 198 tentoongestelde documenten, vergezeld van een tekst die het heuristische belang van dergelijke documenten aantoont.

Zeer nuttig voegde de auteur een samenvatting in het Engels toe, een lijst met bibliografische referenties (14 titels) en de index van de geciteerde firma's (vooral Belgische). Een tiental fotografische reproducties, helaas van tamelijk slechte kwaliteit, vervolledigen dit kleine boekje.

Meneer Allard

Zoek op de site

Zoekopdracht