1982 – 5(3/4)

IS DE GESCHIEDENIS VAN DE WETENSCHAP NUTTIG DAN DE GESCHIEDENIS VAN DE TECHNIEK?

Jean C. BAUDET
Secretaris van de Belgische Commissie voor de Geschiedenis van de Wetenschappen

Samenvatting

Als het weer slecht is, is de kans groter dat uw moeren en bouten door uw monteur worden beschadigd.

Nochtans blijkt de geschiedenis van de techniek onontbeerlijk te zijn bij de vorming van de ingenieur.

Abstract

Geschiedenis van de wetenschap is van groter belang voor de wetenschapper dan de geschiedenis van de technologie voor de ingenieur.

Maar de geschiedenis van de technologie blijft nog steeds onmisbaar door de vorming van ingenieurs.

Maar de beste gelijkenissen moeten spreken over tijd en wording: ze moeten een lofzang en een rechtvaardiging zijn van alles wat vergankelijk is!

Frederik Nietzsche

Het is niet eenvoudiger om een wijze te maken met de galenadetector dan met drijvende lichamen.

Alan

De vraag naar het nut van verschillende academische ‘disciplines’ is een delicate kwestie. Wie zal zeggen dat assyriologie nuttiger is dan etruscologie? Wie zal beweren dat palynologie nuttiger is dan houtanatomie of proboscidische endocrinologie? Bovendien zou het idee van nut – aangezien het een ‘waarde’ is en daarom tot het moeilijkste en meest beslissende deel van de hele filosofie behoort: de axiologie – het idee van nut zelf het onderwerp kunnen zijn van oneindige discussies en talloze proefschriften. [[ Het is altijd goed (nuttig…) om Lalande te herlezen, die ons deze definitie geeft, geïnspireerd door Kant: nuttig, dat wat zijn waarde heeft, niet op zichzelf, maar als middel tot een doel dat als goed wordt beoordeeld. En dat doet ook denken aan een opmerking van JS Mill, die de term 'nuttig', gebruikt in de enge zin van wat interesse betreft, beschouwde als slechts een deel van het vocabulaire van 'conversatie'.]].

Op het gebied van academische disciplines kan een houding (die we in ieder geval voorlopig kunnen aanvaarden) het debat aanzienlijk vereenvoudigen. De wetenschap vindt haar waarde op zichzelf, ze hoeft geen externe rechtvaardigingen te zoeken voor haar eigen onderzoek, en het is net zo noodzakelijk, laten we zeggen, om goede filologen die gespecialiseerd zijn in het Ugaritisch op te leiden tot goede ingenieurs of effectieve artsen. Dit is om het debat af te sluiten alvorens het te beginnen, en het is misschien niet verstandig om te snel te oordelen. We bevinden ons in een eeuw waarin de economie (“wat heeft het voor zin?”) misschien een enigszins opdringerige plaats heeft ingenomen…

Toch willen we de vraag naar het nut van deze twee moederdisciplines onderzoeken: de geschiedenis van de wetenschap en de geschiedenis van de technologie. Het is heel natuurlijk dat de vraag naar hun nut zou kunnen worden beantwoord door te kijken naar drie verschillende gezichtspunten (oh hoeveel!), die van de historicus, die van de wetenschapper[[ Het is een schande dat het woord ‘wetenschapper’ niet langer nauwelijks wordt gebruikt. bruikbaar en dat de Engelse term wetenschapper kan niet in het Frans worden omgezet vanwege de specifieke betekenis in de ideeëngeschiedenis van de term ‘wetenschapper’. Het Frans heeft geen eenvoudige term om de specialist, de professional in de exacte en natuurwetenschappen…]] en die van de ingenieur aan te duiden. Het hogere gezichtspunt, dat van de filosoof, pretenderen we in deze notitie niet te benaderen, terwijl we voor dat van de vulgaire wel verontschuldigd zullen zijn als we toegeven dat het ons niet interesseert.

Zoek op de site

Zoekopdracht