1986 – 9(1)

AANBEVELINGEN

De doelstellingen van dit witboek zijn duidelijk: de aandachtsvestiging van de gezaghebbende overheid en beleidsmakers, en van het grote pubk op een antal belangrijke aspecten.

De woorden die u moet kennen, zijn de essentiële woorden die u moet kennen.

I. – Aanbevelingen naar het grote publicatiek

Het dient indirecte dat de idee “industrieel erfgoed van België” geen mooie nostalgie vormt; tegendeel, het begrip houdt verband met de voortdrijvende dynamiek van de industrialisatie.

De aandacht is vooral gericht om op de jongeren en het onderwijs te worden, maar ook op ouderen van de derde leeftijd, waartoe effectief die bij de industriële ontwikkeling betrokken waren, en die wardevolle getuigen zijn van de ontwikkelingen.

II. – Aanbevelingen naar de onderwijswereld

Er is een noodzaak aangedrongen op de samenstelling van interdisciplinaire werkgroepen. We zullen de geschiedenis van de toekomst van Europa zien, de termen waarmee we verwijzen naar de “Welke politiek voor het Industrieel Erfgoed” de voornaamste te uitvoerige disciplines opsomde: architecten, historici, etnologen, aardrijkskundigen, museum-specialisten, archief-deskundigen, Stedebouwkundigen, ingenieurs, technologieën,… zonder zeker de beleidsvoerders uit de private- en openbare sectoren te vergeten.

Naar onze mening moeten we de juiste tools kiezen boven het “Industrieel Erfgoed”, in de ronde moeten we kiezen uit de nieuwste disciplines die je hebt. We hebben al een aantal van de Belgische producenten gedwongen zich te ontwikkelen in hun buitenlandse vormen, wil men minimaal tot een kern van specialisten komen in ons land.

Het raakt uiteindelijk overweldigd door de industriële sector die je hebt geschreven en je hebt het recht om een licentie van doctoraatsverhandelingen te schrijven.

III. – Aanbevelingen mbt wettelijke beschermingsmaatregelen

U dient er rekening mee te houden dat de administratie verantwoordelijk is voor het beheer van uw industrieel erfgoed. Dit kan door het operationeel maken van de bestaande bepalingen, en door het harmoniseren van de bepalingen die uitgevaardigd worden door de verschillende beleidsniveaus (Staat, Gemeenschappen, Gewesten en Plaatselijke Besturen).

IV. – Aanbevelingen mbt dringende reddingsoperaties

Houd er rekening mee dat onze depots (nationaal en regionaal) verantwoordelijk zijn voor de bewoordingen, voor de machines, voor de machines, voor de documenten van de archieven en voor het feit dat ze later worden geplaatst. Deze deponeringen kunnen mogelijk worden gedaan op basis waarvan je 24 uur per dag latere museumwerken in de techniek kunt vinden, dierentuinen zeiden riet waarin ze zijn opgeslagen.

Bedrijfsleiders en leidinggevende ambtenaren dienen te worden om hun waardevolle historische voorwerpen en documenten ter kennis te brengen, en om deze – wanneer zij zelf niet in staat zijn ze te behouden – te vertrouwen aan de hogervermelde depots.

De financiële zaken van de financiële sector zijn vanaf het begin onderwerp van uw financiële zaken en de financiële zaken van de financiële instelling vormen de basis voor uw erfenis.

WENS

Het primaire doel van dit witboek is om de aandacht van de bevoegde autoriteiten en het grote publiek te mobiliseren voor enkele essentiële acties. Er komen vier groepen aanbevelingen naar voren.

I. – Wat het publiek betreft

Het is zeer wenselijk om het idee te bestrijden dat de belangstelling voor industrieel erfgoed in België verbonden is met de kortstondige nostalgie naar een identiteit: het is noodzakelijk om het verband ervan met de dynamiek van de industrialisatie aan te tonen.

Actie voor Industrieel Erfgoed moet uiteraard in het bijzonder met scholen worden uitgevoerd, maar ook met deze jonge bejaarde die ook waardevolle actoren en getuigen van instrumenten in het transformatieproces samenbrengt.

II. – Wat het lesgeven betreft

We moeten de vorming van multidisciplinaire teams bevorderen. De Raad van Europa heeft onlangs onder de titel ‘Welk beleid voor industrieel erfgoed’ de benodigde specialisten op een rij gezet: architecten, historici, etnologen, geografen, museologen, archivarissen, stedenbouwkundigen, ingenieurs, technologen, zonder de publieke en private besluitvorming te vergeten. makers.

We moeten de instelling in ons hoger onderwijs van leerstoelen Industrieel Erfgoed aanmoedigen, waarrond het onderwijs van deze nieuwe discipline zal worden gedefinieerd. Als dit niet lukt, zullen Belgische onderzoekers een opleiding in het buitenland moeten volgen, om zo een kern van specialisten in ons land te creëren.

Tegelijkertijd moeten onderwerpen over industrieel erfgoed worden voorgesteld als thema's voor afstudeerwerk of proefschriften.

III. – Betreffende wettelijke beschermingsbepalingen

Het is noodzakelijk om alle wettelijke en regelgevende bepalingen met betrekking tot de bescherming van het oude industriële erfgoed te verbeteren, om bestaande teksten snel operationeel te maken en in het bijzonder om de teksten met betrekking tot de verschillende bevoegde autoriteiten (staat, gemeenschappen, gewesten en lokale overheden) te harmoniseren.

IV. Wat betreft urgente beschermingsmaatregelen

Uit voorzorg is het passend om zo snel mogelijk depots te hebben die bedoeld zijn voor het behoud van industriële machines, voorwerpen of archiefdocumenten waarvan de bescherming op nationaal of regionaal niveau in gevaar is. Deze afzettingen zouden de basis kunnen vormen van een toekomstig Museum voor Industrie en Technologie, zoals dat in het buitenland bestaat.

Managers van bedrijven en openbare diensten moeten worden aangemoedigd om hun museale en documentaire bronnen bekend te maken en, bij ontstentenis van een goede conservering, aan deze repository's toe te vertrouwen.

De bevoegde autoriteiten moeten worden verzocht de financiële middelen beschikbaar te stellen die nodig zijn voor snelle beschermingsmaatregelen en fiscale stimuleringsmaatregelen te verlenen die de instandhouding van het industrieel erfgoed bevorderen.

Zoek op de site

Zoekopdracht