1986 – 9(1)

HET ROEREND INDUSTRIEEL, TECHNISCH EN WETENSCHAPPELIJK ERFGOED : VOGELVRIJ ???

Adriaan LINTERS
De Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie
Secretaris-generaal van het Internationale Comité
voor het behoud van het industriële erfgoed

Overzicht

Le Patrimoine industriel, technique et scientifique mobilier est-il hors la loi?

Sous l’appellation de « patrimoine industriel mobilier » nous ne comprenons pas seulement les machines et installations encore conservées in situ, mais également tous les objets qui se trouvent dans les musées et collections, ainsi que tous les documents et pièces d’archives conservés dans des institutions publiques ou chez des particuliers.

Tous ces éléments forment une masse fort fragile sur laquelle le Conseil de l’Europe attirait particulièrement l’attention au congrès tenu sur le thème « Quelles politiques pour le Patrimoine industriel? » (Lyon, 22-25 août 1985).

Les initiatives visant à la conservation de notre acquis culturel rencontrent toutes des problèmes du même ordre, mais les actions les plus récentes dans ce secteur (se rapportant pour la plupart à l’histoire des industries et des techniques), sont confrontées à des difficultés d’investissement plus grandes que les projets institutionnalisés depuis des années.

En premier lieu, il est urgent d’avoir une idée exacte des pièces conservées, et du lieu de leur conservation, afin d’établir une liste des priorités. Le pouvoir doit y répondre en appliquant ou en modifiant le cadre législatif et administratif et en créant les possibilités nécessaires. Il faut également établir une collaboration, une coordination et une concertation, ainsi qu’un soutien logistique centralisé qui puisse contribuer à résoudre les problèmes des diverses institutions.

D’autre part, la Belgique se doit de reconnaître sa culpabilité dans la disparition totale, entre les deux guerres mondiales, du « Musée de l’Industrie », créé en 1828 à Bruxelles par le roi Guillaume I, et qui était le deuxième musée industriel du monde.

1. Een historicus vernietigt nooit zijn bronnen

Wij gaan ervan uit dat het behoud van het roerend industrieel erfgoed een conditio sine qua non is voor het verwerven van inzicht in de groei van onze industriële maatschappij, en dat deze stukken op een niet-geëvenaarde wijze kunnen bijdragen tot de kennisoverdracht aan, en tot het sensibiliseren van het grote publiek voor deze aspecten.

Onder roerend erfgoed verstaan we niet alleen de voorwerpen, machines en installaties die in musea en al dan niet openbare verzamelingen terecht komen, maar eveneens die objecten en installaties die om één of andere reden of door administratieve bepalingen in situ bewaard blijven, evenals alle documenten, iconografie, enz…

Het roerend erfgoed vormt dus een uitgebreide, vitale, maar zéér kwetsbare massa: dagelijks worden wij geconfronteerd met schroothopen die de resten vormen van een boeiend historisch patrimonium – en even vaak blijft van een eens geordend bedrijfsarchief slechts een hallucinante berg beschimmelde papierrommel over.

Men kan dan telkens treuren dat men te laat kwam.

Doch, kunnen dergelijke fenomenen niet voorkomen worden ? En hoe ???

Dit stelt dan uiteraard onmiddellijk en scherp de vraag naar de verantwoordelijkheden (wie? welke ?), en eveneens naar het beleid (of het gebrek aan beleid) dat op dit terrein uitgebouwd wordt.

2. Het roerend industrieel erfgoed verdwijnt… tenzij wij er iets aan doen…

Behalve traditionele oorzaken voor het verdwijnen van interessante installaties (zoals technologische vernieuwingen in een bedrijf), lieten twee wereldoorlogen die op ons grondgebied uitgevochten werden, zware littekens na. Vooral de eerste wereldoorlog had rampzalige gevolgen, doordat de meeste strategisch-technische installaties geconfisqueerd werden (en tot munitie versmolten of naar Duitsland gevoerd werden), en doordat tijdens de terugtrekking van de Duitse troepen nog talloze bedrijven gedynamiteerd werden.

Sedert enkele jaren stegen de grondstofprijzen relatief sterk. Gevolg daarvan was dat het rendabel werd om oude installaties (die vroeger bij gebrek aan beter, of omwille van de kosten bleven staan) uit te breken en te verkopen aan schroothandelaars. Een aantal bedrijfsintallaties worden/werden daarenboven gedemonteerd om opnieuw in productie genomen te worden in landen van Noord-Afrika en de Derde Wereld.

Ondertussen wordt het interessante gebied van het eerste geïndustrialiseerde land van het Europese continent afgeschuimd door buitenlandse collectionneurs en zelfs musea, die onbelemmerd dit patrimonium deporteren. Binnen enkele jaren kunnen we toeristische uitstappen inrichten naar het industrieel verleden van Vlaanderen en Wallonië,… in Nederland, Duitsland, Groot-Brittannië en Frankrijk !

Zoek op de site

Zoekopdracht