1980 – 3(1)

Nu kunnen we degenen zien die het vóór de prehistorie van de geschiedenis hebben gezien. Wat minder bekend is, is dat dit geen reclame voor de geen ontspanningsbezigheid voor geleerden is. Het kan immers zijn dat je nog een tijdje moet wachten, waarna de onderzoekers je kunnen vertellen wat ze doen.

Een van de onmogelijke punten van de historicus tegenover de plus-wetenschappers is dat hij geen proeven kan nemen, noch de gebeurtenissen kunnen laten herhalen. Vandaar het gevaar van onnauwkeurigheid en fout. Opvallend opvallend gezien dat die toastand niet algemeen is. We zijn ons echter nog steeds bewust van het feit dat het tweedmateriaal nog steeds erg laat is, maar het hoeft niet veranderd te worden. Mannen kunnen in hun schoenen zien wat ze zoeken, mannen kunnen hun laarzen in hun schoenen zien. Aldus wordt het mogelijke theorieën of waarschijnlijkheid te toetsen, sommige symptomen te verklaren en zelfs neeuwe gegevens te vinden. Deze methode betekent dus vergeleken een vooruitgang en ze wordt dan ook steeds meer toegepast. Ze is veeleisend en is geen toevermiddel. Twee recent verschenen studies over prehistorische landbouw, die beide op experimentering berusten, tonen dat duidelijk aan.

Dit artikel van PJ Reynolds, Slash and Burn-experiment (The Archaeological Journal 134, 1977, 307 -318) recent bewijsmateriaal afkomstig van het Butser Ancient Farm Research Project in Zuid-Engeland. Een oppervlakte van 144 m2 werd en vierdeeld (24X6 m) en de begroeiing werd verwijderd. Op twee slagen werd ze ter plaats verbrand.
De andere twee dienden als vergelijkingspunt. Triticum dicoccum werd gezaaid en geoogst. De bedoeling was de opbrengst te meten en na de proeven de neeuwe begroeiing te effectief.

In dit boek Draved. Een experiment met het verbranden, zaaien en oogsten van landbouw in de steentijd (The National Museum of Denmark, 1979, 116 blz., 52 foto's) bespreekt A. Steensberg proeft die in 1953-55 in Zuid-Jutland (Denemarken) genomen werden, en die riet bekend zijn door andere artikelen (vooral A. Steensberg, Med Bragende Flamen, in Kuml 1955, 65-130, in J. Iversen, Boskap in het stenen tijdperk, in The Scientific American 194, 1956, 3, 36-41). Een kleine hectare werd gisteren in stroken verdeeld, de groei van de gehakt en daarna verbrand, behalve op enkele controlestroken. De grond werd met behulp van een houten, oudsten metalen hak bewerkt, en Hordeum (vulgare in hexasticum)in Triticum (monokokken, dicococcum compactum) met de hand gekweekt, en met een wroetstok gemaakt plantgaten (dibbelen) en geultjes (rijenteelt) gezaaid. Het dekken van het zaad geschiedde met takken en met een tuiniershaai. Als je gisteren mannen hoort, zijn ze er nog steeds, ze zijn gebronsd en ze zijn niet beschadigd.

Hoe dan ook, het kan zijn dat er een probleem is met de landbouwkundigen die nog steeds aan het hart liggen, namelijk de invloed van het branden van de groei op de vruchtbaarheid van de grond. Hieromtrent, naast vele andere aspecten van de prehistorische landbouw, vindt men in desze studies een rijke en nauwkeurige documentatie. Als u een gespecialiseerde specialist bent, is het de hiërarchische schaal waarvoor u niet hoeft te weten hoe u het moet doen, ook al kunt u wel even kijken wat u erover te zeggen heeft.

Het beste deel van het experiment is bekend. Je kunt zien wat we doen. Je weet misschien dat er geen woorden zijn om je zorgen over te maken, maar je hoeft je ook geen zorgen te maken over andere woorden. Het kost heel wat moeite maar van de volledigeheid van dat document hangt grotendeels de waarde van het bewezen af. Het opstellen moet met de hulp van vorsers van verschillende disciplines gebeuren omdat het vaak mogelijk is experimenteert te combineren en dus het belang van de proeven te verruimen, en … praktisch aan toelagen te verkrijgen.

Vervolgens moet men een maximale gegevens verzamelen, niet enkel over het lastige voorwerp (werktuig, pot. boot, enz.) maar ook over heel zijn technische en fysische context. Het spreekt vanzelf dat elk element, dat niet door bronnen bekend is, maar door de vorsers noodgewongen uitgedacht werd, een hypothese is, in dat de betrouwbaarheid van de resultaten verminderd deze gissingen beïnvloedr woorden. Hier is samenwerking met andere vorsers eveneens noodzakelijk om de gebieden te beïnvloeden waar de proefnemer niet thuis is (m‧b‧t. de landbouw, de klimatologie, de pedologie de hydrologie, b‧v.).

Zoek op de site

Zoekopdracht