Eén van de oscillatoren heeft een vaste frequentie, de andere een variabele frequentie, die kan worden bediend vanaf het toetsenbord of vanaf het “lint”. Elke toets op het toetsenbord bestuurt een schakelaar die is aangesloten op een tussenaansluiting op de L2-wikkeling (zie fig. 4), waardoor wijziging van de tijdconstante mogelijk is =√L2C2). Wanneer de sleutel wordt neergelaten, rust deze op een beweegbare stang die wordt geleid door twee schakels. Deze staaf is bevestigd aan een ijzeren kern die is ondergedompeld in een spoel die is aangesloten op het oscillatorcircuit met variabele frequentie (fig. 4). Zo kunnen we een handmatig vibrato produceren. Door de druk van de vinger te veranderen, varieert de uitvoerder de frequentie van het uitgezonden geluid. Het toetsenbord is daarom expressief gemaakt. Het lint is een elektrische geleider die aan het uiteinde van een isolatiedraad is geplaatst en die, terwijl hij voor een metalen frame beweegt, de capaciteit van een LC-circuit wijzigt. Dankzij dit proces kunnen we Glisndi maken.
3. – Het filter
De filterkarakteristieken worden bestuurd vanuit het “expressievak”. De amplitude van het geluid wordt gewijzigd door in te werken op een weerstand waarvan de waarde afhangt van de mechanische spanning die door de linkerhand wordt uitgeoefend. Met drukknoppen kunt u de passieve RC-laagdoorlaatfilters uitwisselen, die tot doel hebben de hoge tonen te elimineren.
4. – Verspreiders
Er zijn drie diffusers: een klassieke luidspreker, een ‘gong’ en een ‘palm’. De gong is een hangende gebogen metalen plaat die mechanisch is verbonden met een elektromagnetische exciter zoals die op luidsprekers. De derde diffuser, de handpalm, bestaat uit een doos waarop een klankbord is geplaatst. Twaalf snaren zijn boven de tafel gespannen en gestemd volgens de twaalf halve tonen van de getemperde toonladder. Eén van de ezels is bevestigd aan een elektromagnetische exciter. De snaren beginnen daarom in gedwongen trillingen te trillen dankzij de energie die eraan wordt geleverd. De handpalm en de gong zijn twee weerkaatsende diffusers die de droogheid van het geluid elimineren die inherent is aan de meeste elektronische muziekinstrumenten.
5. – Conclusie
De Ondes Martenot-oscillator is een beat-oscillator. Het melodieuze spel kan worden bestuurd vanaf een expressief toetsenbord dat handmatige vibrato mogelijk maakt, of vanaf het lint dat essentieel is voor de glissandi. De uitvoerder kan de amplitude van het geluid wijzigen via het expressievak, dat ook de bediening van de laagdoorlaatfilters bevat. Twee galmende diffusors, de gong en de handpalm, worden gecombineerd met een klassieke luidspreker.
Het instrument dat ik heb kunnen onderzoeken is waarschijnlijk een prototype van vóór 1930, waarna het gebruik van direct verwarmde triodes, de enige die hier worden gebruikt, grotendeels werd verlaten. De Ondes Martenot die ik heb kunnen bestuderen waren volledig verminkt: de handpalm ontbrak, het lint was verwijderd, het toetsenbord was niet meer indrukwekkend. Om de monotoniciteit van het uitgezonden geluid te compenseren, werd een mechanisch trillingscircuit geïntroduceerd... De Ondes Martenot was daardoor een vulgair, klein melodieus elektronisch orgel geworden.
Een eerste stap in de restauratie van het instrument was het terugbrengen van het klavier in de oorspronkelijke staat (het systeem was gelukkig relatief compleet) en het verwijderen van het vibrato, waarvan de aanwezigheid nu geen enkele betekenis meer heeft. Om over de gegevens te beschikken die nodig waren om de ontbrekende elementen te reconstrueren, nam ik contact op met de werkplaats van de heer Martenot en mij werd verteld dat "de archieven, gezien hun omvang en hun nutteloosheid, niet waren bewaard..." (sic).
6. – De Thermenvox
Van de drie onderzochte instrumenten is de Thermenvox zeker het meest primitief. Het lijkt sterk op een radiostation en functioneert als de Ondes Martenot, met beats verkregen uit twee hoogfrequente oscillatoren (Winkelman, 1932). De frequentie van een van de twee oscillatoren kan worden gewijzigd door de hand van een antenne te naderen of ervan af te bewegen, waardoor de parasitaire capaciteit van het oscillerende circuit wordt gewijzigd. Dit instrument biedt weinig aantrekkingskracht buiten zijn historisch belang.