HONOR (Pierre-Lambert).
Geboren in Erquelinnes op 14 februari 1738, zoon van Lambert Honnorez en Marguerite Bricourt [[AEM, Parochieregisters, Fonds I, nr. 178, Baptêmes d'Erquelinnes (1622-1782), p. 170. ]], studeerde hij aan de Universiteit van Leuven en werd op 3 november 1772, na het overlijden van dokter Jacquelart, toegelaten als arts-resident met een jaarsalaris van 150 livres [[AVM, nr. 1326, Register bij resoluties , 1768/1794, f°45r°; AVM, Schatkistrekening, 1773, f°46r°. ]]. In juli 1781 schreef hij samen met Eloy, Duvivier en Griez een rapport over de dringende werkzaamheden die moesten worden uitgevoerd in het Sint-Niklaasziekenhuis van Bergen, in het belang van de zieken. WELLENS – DE DONDER en R. WELLENS, Sint-Niklaasziekenhuis in Bergen…, P. 123-127. ]]. Tussen 1790 en 1792 werd hij bij Duvivier belast met het bestuderen van een epidemie die in bepaalde dorpen in Henegouwen was uitgebroken [[A. LACROIX, Chronologische en analytische notitie…, P. 34. ]], en in 1792 rapporteerde hij samen met Duvivier, Knapp en Mauroy over een dysenterie-epidemie die was uitgebroken in Bergen [[A. LACROIX, Chronologische en analytische notitie…, P. 34-35. ]]. Hij is de auteur van twee werken: “De Morbis chronicis”, gepubliceerd in Leuven in 1764 en “Opinie over het gebruik van kolenkachels” (in het Sint-Niklaasziekenhuis), gepubliceerd in Bergen in 1801. Hij stierf in Bergen in mei 21, 1809. [[AEM, Burgerlijke Staat (Bergen), nr. 702, Overlijden van het jaar 1809, f°89v° (n° 266). – Zie over deze arts A. MATHIEU, ok, P. 307; F. LOISE, P. Eer, in NATIONALE BIOGRAFIE, t. IX, Brussel, 1886-1887, kol. 442; ROUSSELLE, Biografie van Bergen uit de 19e eeuw, Bergen, 1900, p. 136; E. MATHIEU, ok, T. ik, blz. 381.]].
KNAP (Antoine).
Geboren in Bergen op 18 juli 1739, zoon van Jean-Christophe Knapp en Marie-Elisabeth Gérard [[Stad van Bergen, dooptafel, t. 6, blz. 133. – Het Rijksarchief van Bergen bewaart de kennisgeving van vader en moeder van Jean-Christophe Knapp en Marie-Elisabeth Gérard; AEM, Contracten, APM nr. 261. ]], hij werd op 6 oktober 1783 als arts in residentie ontvangen, ter vervanging van dokter Griez, tegen een salaris van 150 pond per jaar [[ AVM, nr. 1326, Register van resoluties, 1768 /1794, f°118v°; AVM, Schatkistrekening, 1784, f°412r°v°. ]]. Op 4 februari 1766 trouwde hij met Micheline-Marie Hennekinne [[Stad van Bergen, Huwelijkstabel, t. 3, blz. 344. ]]en hij stierf in Bergen op 10 november 1822 [[AEM, Burgerlijke Staat (Bergen), nr. 709, Overlijden van het jaar 1822, f°199v° (n° 590). ]]. We zijn hem de Franse vertaling verschuldigd van een Engels werk getiteld “On Medicine”, gepubliceerd in Bergen in 1821 [[Over deze dokter, zie T.-A. BERNIER, ok, P. 210; V.JACQUES, Antoine Knap, in NATIONALE BIOGRAFIE, t. X, Brussel, 1888-1889, kol. 788; CH. ROUSSELLE, Biografie van Bergen…, P. 147; E. MATHIEU, ok, T. II, Edingen, 1903, p. 19. ]].
MAUROY (Leopold-Martin-Joseph).
Geboren in Bergen op 26 augustus 1752, zoon van Pierre-Joseph Mauroy en Marie-Alexandrine Martinelle [[Stad van Bergen, Dooptafel, t. 7, blz. 247. ]], werd hij op 15 maart 1788, na het overlijden van dokter Eloy, als arts in residentie ontvangen met een jaarsalaris van 150 pond [[AVM, nr. 1326, Register van resoluties, 1768/1794, f° 142v°; AVM, Schatkistrekening, 1788, f°63r°. ]]. Hij bekleedde belangrijke functies: nationaal medewerker van de Society of Medicine van Parijs, voorzitter van de medische jury en lid van de openbare onderzoeksjury. Mauroy had de reputatie zeer erudiet te zijn en publiceerde diverse werken. In 1778 onderscheidde hij zich met een in Leuven gepubliceerd werk getiteld "De usu purgantium salubri et noxio in morborum medela", dat in 1795 werd herdrukt. In 1800 publiceerde hij samen met Henri-Joseph Hoyois fils in Bergen een "Coup d' oog voor gebruik van kolenkachels, of reactie op de mening over het gebruik van kolenkachels »[[H. ROUSSELLE, Annalen van de boekdrukkunst in Bergen…, P. 659 (nr. 1227). ]]en, in 1803, nog steeds met Henri-Joseph Hoyois fils “Zijn er omstandigheden waarin morele hulp kan worden beschouwd als het belangrijkste genezende middel? of essay over de vraag voorgesteld door de Medical Society of London in het jaar 1787, geformuleerd in deze termen: Wat zijn de ziekten die kunnen worden gekalmeerd of genezen door bepaalde genegenheden van de ziel op te wekken of te kalmeren? "[[H. ROUSSELLE, Annalen van de boekdrukkunst in Bergen…, P. 660 (nr. 1230). ]]. Dit werk kreeg een eervolle vermelding in de wedstrijd van de Medical Society of London. Mauroy sloot zich ook aan bij het voorbeeld. Na een overleg met zijn collega, dokter Bourlard, op 7 oktober 1802, schreef hij een advies waarin hij neigde te concluderen dat exorcismen en gebeden nuttiger zouden zijn dan medische hulp om een ziekte te genezen waaraan de mensen leden Giroux. Misschien heeft Mauroy, zich bewust van het mesmerisme, een glimp opgevangen van moderne suggestietheorieën. In 1792 kreeg hij samen met Duvivier, Honnorez en Knapp de opdracht om verslag uit te brengen over een dysenterie-epidemie die in Bergen was uitgebroken. LACROIX, Chronologische en analytische mededeling…, P. 34-35. ]]. In samenwerking met Honnorez, Knapp, Preudhomme, Lefebvre en Willame schreef hij op 15 januari 1797 een “Precieze beschrijving van de epizoötische ziekte die momenteel heerst in de gemeente Bergen”. Het was een verzameling conserverende en genezende middelen bedoeld om deze plaag te overwinnen. Het werd overgenomen door de centrale administratie van het departement Jemappes en verspreid over de provincie. De Centrale Administratie van het departement Leie nam het ook over en gaf tijdens de bijeenkomst van 8 Ventôse Jaar V (26 februari 1797) opdracht tot het drukken ervan [[Deze informatie werd ons vriendelijk meegedeeld door dokter R. DARQUENNE. ]]. Mauroy werkte ook mee aan het schrijven van een “Formularum pharmaceuticarum codex ad usum nosocomiorum necnon indigentium aegrorum urbis Montensis”, gepubliceerd in Bergen, door Henri-Joseph Hoyois fils, in 1803 en herdrukt in 1811.[[ H. ROUSSELLE, Annalen van de boekdrukkunst in Bergen…, P. 660 (nr. 1231). ]]. Op 5 juni 1786 trouwde Mauroy met Marie-Rose Perlau [[Stad van Bergen, Huwelijkstabel, t. 3, blz. 770. ]]. Hij stierf in Bergen op 11 februari 1826[[AEM, Burgerlijke Staat (Bergen), nr. 711, Overlijden van het jaar 1826, f°35v° (n° 104). Zie over deze arts A. MATHIEU, ok, P. 233-234; V.JACQUES, Leopold-Joseph Mauroy, in NATIONALE BIOGRAFIE, t. XIV, Brussel, 1897, kol. 109-111; T.-A.BERNIER, ok., P. 215; ROUSSELLE, Biografie van Bergen…, P. 181 E. MATTHIEU, ok, T. II, blz. 150. ]].