SALOMON (Jan)
Ontvangen als ingezetene arts op 26 maart 1547, met een salaris van 6 livres per jaar [[AVM, nr. 1301, Register van resoluties, 1536/1559, f°300r°; AVM, Account, 1560/1561, f°148v°. ]]. In december 1559 werd dit bedrag verhoogd tot 50 livres, na de dood van Jean Despretz [[AVM, nr. 1302, Register van resoluties, 1559/1575, f°1v°; AVM, Account, 1560/1561, f°148v°. ]]. Hij bleef in functie tot 15 juni 1569, de datum waarop het stadsbestuur zijn pensioen opzegde [[AVM, Rekening, 1568/1569, f°125v°. ]]. In 1552/1553 zou hij werkzaam zijn in het ziekenhuis Saint-Ladre in Bergen [[Maison Losseau à Mons, Papiers Decamps, n°10; (zie noot nr. 58). ]].
CRESPEAU
Ontvangen als arts in residentie op 27 september 1571, ter vervanging van Nicolas Byens, overleden, verantwoordelijk voor het tweemaal per week bezoeken van de armen in ziekenhuizen en goede huizen in de stad [[AVM, nr. 1302, Register van resoluties, 1559/1575, f °286v°. – Pierre Crespeau, oorspronkelijk afkomstig uit Zinnik, ingeschreven aan de Universiteit van Leuven in augustus 1560; zie A.SCHILLINGS, Registratienummer …, T. IV (februari 1528 - februari 1569). Brussel, 1961, p. 607 (nr. 270). ]].
VANDERPIET (Liévin).
Ontvangen als huisarts in 1573 of 1574, met een salaris van 50 pond per jaar [[AVM, Comptes des maltôtes, 1573/1574, fq°14v°. – Een Gentenaar genaamd Liévin Vanderpiet schreef zich op 8 oktober 1531 in aan de Universiteit van Montpellier; hij was een van de eerste professoren aan de Universiteit van Douai; zie de heer GOURON, Registratienummer van de Universiteit voor Geneeskunde van Montpellier (1502 – 1599), Genève, 1957, p. 64 (nr. 1028); FA. SONDERVORST, Betrekkingen tussen de medische school van Montpellier en België door de eeuwen heen, in LE SCALPEL, 113e jaargang, nr. 50, december 1960, p. 1074. ]]. Hij oefende zijn functie uit tot 7 januari 1591, de datum van zijn overlijden, en werd vervangen door Louis Dupret [[AVM, nr. 1307, Register van resoluties, 1581/1593, f°407r°, 416v°; AVM,
Verslag van de Maltôts, 1590/1591. F°54v°. ]].
HERTAIN (Antoine).
Van 1573 tot 1577 aangesteld als arts in residentie, met een jaarsalaris van 50 livres [[AVM, Compte des maltôtes, 1573/1574, f°14v°; AVM, Rekening over de Maltôtes, 1576/1577, f°34v°. ]].
COSPEAU (Louis).
Geboren in Bergen, studeerde hij aan de Universiteit van Montpellier, waar hij zich op 18 oktober 1565 inschreef [[M. GOURON, Registratienummer van de Universiteit van Geneeskunde…, P. 163 (nr. 2553). ]]. Hij werd op 23 maart 1577, na het vertrek van Antoine Hertain, als huisarts van Bergen ontvangen met een salaris van 50 pond per jaar [[AVM, nr. 1303, Register van resoluties, 1575/1579, f°110v° ; AVM, Rekening over de Maltôtes, 1578/1579, f°41v°. ]]. Maandelijks moest hij de zieken bezoeken in het Sint-Niklaasziekenhuis [[ AVM, nr. 1303, Register van resoluties, 1575/1579, f°110v°. ]]. Hij stierf op 5 juli 1587 en werd vervangen door Jacques Byens [[AVM, nr. 1307, Register van resoluties, 1581/1593, f°296r°; AVM, Rekening over de Maltôtes, 1586/1587, f°39v°. ]].
BIJENS (Jacques).
Ontvangen als arts in residentie op 18 juli 1587, na de dood van Louis Cospeau, met een salaris van 50 pond per jaar [[AVM, nr. 1307, Register van resoluties, 1581/1593, f°296r°; AVM, Rekening over de Maltôtes, 1587/1588, f°55r°. ]]. Op bepaalde dagen was hij verantwoordelijk voor het ziekenbezoek in het Sint-Niklaasziekenhuis [[AVM, nr. 1307, Register van resoluties, 1581/1593, f°296r°. ]]. Hij bleef in functie tot aan zijn dood op 3 december 1596 [[ AVM, Compte des maltôtes, 1596/1597, f°67r°. ]].
DUPRET (Louis).
Ontvangen als huisarts op 9 februari 1591, na het overlijden van Liévin Vanderpiet, met een jaarsalaris van 12 livres [[AVM, nr. 1307, Register van resoluties, 1581/1593, f°405r°, 416v°, 418v ° ; AVM, Rekening over de Maltôtes, 1593/1594, f°50v°. ]]. In oktober 1590 had hij reeds op de vacante plaats gesolliciteerd bij Corneille Diepenbeek [[AVM, nr. 1307, Register van resoluties, 1581/1593, f°407r°. ]]. Bij besluit van de gemeenteraad van 23 december 1596 werd zijn jaarlijkse pensioen verhoogd tot 50 pond [[ AVM, nr. 1309, Register van resoluties, 1593/1600, f°138r°. ]]. Hij stierf op 5 februari 1631 [[Stad van Bergen, Tabel met sterfgevallen, t. 2, blz. 746. ]].
HUVETIER (Thomas le), bekend als Ferrarius.
Woonachtig in Avesnes, werd hij op 9 februari 1591 als arts in residentie ontvangen met een salaris van 50 pond per jaar [[AVM, nr. 1307, Register van resoluties, 1581/1593, f°418r°v°; AVM, Rekening over de Maltôtes, 1593/1594, f°54r°. ]].
BERLAER (Jacques).
Ontvangen als arts in residentie op 23 december 1596, met een jaarsalaris van 50 pond [[ AVM, nr. 1309, Register van resoluties, 1593/1600, f°137v°. ]]. In 1596 en 1597 behandelde hij patiënten die aan de pest leden en ontving als beloning een zilveren beker [[ AVM, Compte des maltôtes, 1598/1599, f°36r°v°. ]]. Hij overleed op 7 november 1600 [[AVM, Compte des maltôtes, 1600/1601, f°18r°v°. ]].
GEMMA (Philippe).
Geboren rond 1562, zoon van Corneille Gemma en kleinzoon van de beroemde geograaf Gemma Frisius, schreef hij zich in 1578 of 1579 in aan de Universiteit van Leuven en werd in 1583 bachelor in de geneeskunde. In 1588 werd hij toegelaten tot de Universiteitsraad en verhuisde vervolgens naar Bergen waar hij op 23 december 1596 als huisarts werd ontvangen met een jaarsalaris van 50 livres [[ AVM, Compte des maltôtes, 1597/1598, f°79r°. – Zie ook F. VAN ORTROY; Bio-bibliografie van Gemma Frisius, oprichter van de Belgische School voor Geografie, haar zoon Corneille en haar neven, de Arsenius, in MEMOIRS OF THE CLASS OF LETTERS AND MORELE EN POLITIEKE WETENSCHAPPEN VAN DE KONINKLIJKE ACADEMIE VAN BELGIË, coll. in-8°, 2e serie, t. XI, 1920, p. 119 – 120; zie ook NG-J. ELOJE, Historisch woordenboek van oude en moderne geneeskunde, T. II, Bergen, 1778, p. 324.]].
LEFEBVRE (Aldebert).
Ontvangen als arts in residentie op 8 februari 1620 [[ AVM, nr. 1311, Register van resoluties, 1608/1624, f°281r°. ]]. Hij bekleedde zijn ambt tot april 1654, waarna hij wegens ziekte met pensioen ging en zijn zoon Nicolas voorstelde hem te vervangen [[ AVM, nr. 1316, Register van resoluties, 1654/1664, f°1r°. ]]. Hij stierf kort daarna, op 12 mei 1654 [[ Stad Bergen, tabel met sterfgevallen, t. 4, blz. 204. ]].
HERLEM
Ontvangen als ingezetene arts op 8 februari 1620, met een jaarsalaris van 100 livres [[ AVM, nr. 1311, Register van resoluties, 1608/1624, f°281r°. ]]. Hij stierf op 30 maart 1673.[[Stad van Bergen, Tabel met sterfgevallen, t. 3, blz. 508. ]].
SPINOY (Philippe).
Ontvangen als ingezetene arts op 30 mei 1622, met een jaarsalaris van 50 livres[[AVM, nr. 1311, Register van resoluties, 1608/1624, f°395v°. ]]. Hij stierf op 7 december 1653 [[Stad van Bergen, tabel met sterfgevallen, t. 5, blz. 528. ]].
DUMORTIER.
Ontvangen als ingezetene arts op 3 september 1630, met een jaarsalaris van 50 florijnen [[ AVM, nr. 1314, Register van resoluties, 1629/1638, f°32r°. ]]. Hij bekleedde deze functie tot aan zijn dood op 15 juli 1655 en werd vervangen door Adrien Cospeau [[AVM, nr. 1316, Register van resoluties, 1654/1664, f°20v°; Stad Bergen, Tabel met sterfgevallen, t. 2, blz. 713. ]].
LEFEBVRE (Nicolas).
Ontvangen als arts in residentie op 10 april 1654, ter vervanging van zijn vader Aldebert [[ AVM, nr. 1316, Register van resoluties, 1654/1664, f°r°; AVM, nr. 1324, Analyses van het stadsbestuur, 1639/1744, f°35r°. ]]. Hij stierf op 8 augustus 1667 [[ Stad Bergen, tabel met sterfgevallen. T. 4, blz. 205. ]].
LICHTER.
Ontvangen als arts in residentie op 10 april 1654, na het overlijden van Philippe Spinoy [[ AVM, nr. 1316, Register van resoluties, 1654/1664, f°1r°; AVM, nr. 1324, Analyses van het stadsbestuur, 1639/1744, f°35r°.]]. Hij legde de eed af op 7 oktober van dit jaar [[AVM, nr. 1316, Register van resoluties, 1654/1664, f°1r°. ]], bleef in functie tot januari 1658 en werd vervangen door dokter Louchier [[ AVM, nr. 1316, Register van resoluties, 1654/1664, f°121v°. ]].
HASNON.
Ontvangen als huisarts op 18 augustus 1654, met een salaris van 100 livres per jaar [[AVM, nr. 1316, Register van resoluties, 1654/1664, f°4v°. ]].
COSPEAU (Adriaan).
Geboren in Bergen, 5 februari 1618 [[Stad van Bergen, dooptafel, t. 2, blz. 374. ]], zoon van de jurist Pierre Cospeau, advocaat bij het Soeverein Hof van Henegouwen, en van Catherine Cousin. In 1654 solliciteerde hij al naar de functie van huisarts die vrijkwam na het overlijden van dokter Spinoy, maar hij werd niet aangenomen [[AVM, nr. 1316, Register van resoluties, 1654/1664, f°1r°. ]]. Pas op 17 juli 1655 werd hij op deze post benoemd, ter vervanging van dokter Dumortier[[AVM, nr. 316, Register van resoluties, 1654/1664, f°20v°; AVM, nr. 1324, Analyses van het stadsbestuur, 1639/1744, f°39V°. ]]. In 1658 publiceerde hij in Bergen, bij de weduwe van Jean Havart, een werk met de titel “De Febre maligna, sive de febre horum temporum dialogus” [[H. ROUSSELLE, Annalen van de boekdrukkunst in Bergen van 1580 tot heden,Bergen, Brussel, 1858, p. 311 (nr. 354). ]]. Op 9 juni 1650 trouwde hij met Françoise Debraine[[Stad van Bergen, huwelijkstabel, t. ik, blz. 478. ]]. Hij stierf op 17 augustus 1684 [[Stad van Bergen, tabel met sterfgevallen, t. ik, blz. 713. – Zie over deze arts A. MATHIEU, Biografie van Bergen, Bergen, 1848, p. 290; JOUW. BERNIER, Biografisch woordenboek
uit Henegouwen, Angre, 1871, p. 47; E. MATTHIEU, Biografie van Henegouwen, T. Ik, Edingen, 1902 – 1905, p. 139 – 140; R. WELLENS, Medische literatuur in Bergen in de 17e en 18e eeuw, in HERINNERINGEN EN PUBLICATIES VAN DE SAMENLEVING VAN WETENSCHAPPEN, KUNSTEN EN BRIEVEN VAN HENEEGOUWEN, t. 88, 1977, blz. 37; R. WELLENS, Adriaan Cospeau, in NATIONALE BIOGRAFIE, t. XLI, 1979, kol. 140. ]].