1981 – 4(4)

Op sommige hoefstallen bouwde men een windas, waarmee men het dier even kon optillen. Deze inrichting is vooral nuttig voor zware hengsten, die op drie poten gauw moe worden. Eén of meer riemen onder de buik draagt dan hun gewicht. Ook wanneer het dier te wild is, wendt men dat middel aan. Het windas lijkt in onze streken weinig gebruikt geweest te zijn, hoewel T. Radcliff er een duidelijke afbeelding van geeft (afb. 2)[[ Radcliff, 1819, plaat 5 en p. 218: should the horse be extremely vicious indeed, he can be raised from the ground in a minute, by means of a cradle-sling of strong girth web, hooked to the upper side-rails, which, with a slight hand-spike, are turned in the blocks that support them (the extremities of the sling thereby coiling round them), till the horse is elevated to the proper height, and
rendered wholly powerless. ]] en A. De Give (1888) het als een gewoon onderdeel van de hoefstal voorstelt.

Op te merken valt dat de smid vele paarden uit de hand, d‧i. zonder de hulp van de hoefstal beslaat. Dat is vaak het geval met de jonge en dus wildere dieren, die men met de hand op een soepelere wijze kan houden, en in het algemeen met de lichte paarden. De hoefstal wordt vooral voor zware dieren gebruikt (Kroon et al., 1953). Volgens sommige auteurs, enkel wanneer alle andere middelen faalden (Dieterichs, 1823).

Afb.3

Al is de documentatie over de middeleeuwse hoefstal betrekkelijk arm, wij vinden er verscheidene sporen van in de 14de eeuw. Zo b‧v. in de vermoedelijk Vlaamse Roman van Alexander, waar een paard en … een gans, beslagen worden [[ Oxford, Bodl. ms. 264, f° 107 en 124v°. Uitgegeven door M. R. James, The Romance of Alexander, Oxford, 1933. ]].
Het toestel bestaat uit vier stijlen die bovenaan en onderaan door acht horizontale balken verbonden zijn. Hetzelfde model zou een miniatuur uit een Franse vertaling van het Rustican du cultivement van Petrus de Crescentiis, gedateerd van 1373, kunnen tonen (afb. 3)[[ Parijs, B. N., ms. fr. 12.330 f° 214v°.]].
Slechts het achterdeel van de hoefstal is evenwel zichtbaar. Een smid bewerkt hier een hoef met zijn veegmes. Ook het retabel Het mirakel van sint Elooi in de kathedraal van Elne (Frankrijk), ditmaal van de 15de eeuw, mag bij dat model gerekend worden (afb. 4). Het feit dat de stijlen boven twee bogen vormen, een vrij moeilijke bouwwijze, mag men immers waarschijnlijk toeschrijven aan de wil van de kunstenaar om dat lomp raam enigszins eleganter te maken.

Wij moeten die afbeeldingen uiteraard niet als foto’s beschouwen, die elke bijzonderheid weer zouden geven, maar het is toch opvallend dat ze alle een eenvoudige hoefstal voorstellen. De haken b‧v., waar men de poot van het dier aan vastbindt, zijn er niet op te zien. Al de stallen zijn lang vermits het paard – in de middeleeuwse documentatie heb ik nog geen rund in een hoefstal aangetroffen – er telkens in zijn geheel in staat.

Zoek op de site

Zoekopdracht