1981 – 4(4)

Deze werking houdt inderdaad een aantal gevaren in, en staat of valt met de openheid, met de mate waarin respons opgewekt wordt en kan opgevangen of begeleid worden. M‧a‧w. met de beschikbaarheid aan gekwalificeerd personeel om deze publiekgerichte werking te verzekeren.

Deze opties hebben echter het grote voordeel dat hier op een, voor Vlaanderen en België unieke wijze kan geëxperimenteerd worden met benaderingsvormen voor het industrieel erfgoed.

Naast deze vermelde « centrale » of gewestelijke initiatieven en instellingen, bemerkt men sedert korte tijd een opbloei van allerhande lokale en plaatsgebonden initiatieven.

Gemeenten maken dankbaar gebruik van Bijzondere Tijdelijke Kaders om nieuwe musea in ontwikkeling te stellen, om vroegere initiatieven te (re)organiseren, of om een aantal accenten anders te leggen.

De Stad Gent nam in 1976 de beslissing om te starten met een textielmuseum, en kocht toen de voormalige spinnerij Van Acker aan Bachte Walle aan, om er het museum in te huisvesten. Ook hier zit men nog steeds in de verwervingsfase, maar intussen leverde het museum (thans omgedoopt tot Museum voor Industriële Archeologie en Textiel) verdienstelijk werk m‧b‧t. een aantal aspekten zoals de gasnijverheid, drankennijverheid, en vooral de orale geschiedschrijving.

In Kortrijk nadert intussen het Nationaal Vlasmuseum zijn realisatie. In Ronse wordt, o‧m. door Senator De Rouck, gepleit voor een lokaal-gebonden textielmuseum, alhoewel onlangs het textielbedrijf Cambier waarop men zijn hoop gesteld had gesloopt werd. Heemkundige Musea in Deinze, Eeklo, St.-Niklaas,… nemen of namen reeds initiatieven om hun textielpatrimonium te valorizeren. Zonder het Provinciaal Textielmuseum Vrieselhof in Oelegem te vergeten.

In Hasselt realiseert het stadsbestuur het Nationaal Jenevermuseum. In Izegem kan men reeds het Nationaal Schoemuseum bezoeken, en opent het Borstelmuseum weldra zijn deuren in een voorlopige opstelling; vermelden we ook dat Izegem zich inspant om de stoommachine van de elektrische centrale (1645, tandem compound-machine, 1937, SEM-Carel-Vanden Kerchove, wettelijk beschermd bij KB. van 1978- 02-21) te valorizeren.

Poperinge bouwt zijn Hoppemuseum verder uit. In Turnhout krijgt het Nationaal Museum voor de Speelkaart steeds meer interesse voor industrieel-archeologische aspekten. Enz…

Interesse van industriëlen vertaalde zich o‧m. in de realisatie van het Bocholter Brouwerijmuseum, het Landbouwmuseum te Sijsele, de typografische kollektie Strobbe te Izegem, enz…

Lokale initiatieven vanuit vzw-hoek hebben zich o‧m. op museum (stoom)-spoorlijnen geworpen. Op dit ogenblik stoomt de Museum Stoomtrein der Twee Bruggen te Vilvoorde, weldra openen de Belgische Vrienden van de Stoomlokomotief hun museumlijn op een deel van het oude tracé van Lijn 62 (Oostende-Torhout), en in 1982 start eveneens de Toeristische Trein Zolder op een gedeelte van het oude mijnspoor aldaar.

Andere initiatieven zijn thans onoverzichtelijk. Tal van projekten, waarvan in de verste verte de realiseerbaarheid niet kan geëvalueerd worden, duiken her en der op.

Deze initiatieven moeten niet met het badwater weggeworpen worden. In vele gevallen getuigen zij van een sterke betrokkenheid van de initiatiefnemers met lokale of thematische aangelegenheden. Wanneer we de huidige toestand vergelijken met deze, ruim een decennium geleden in Engeland, lijkt er weinig verschil te bestaan : in Engeland is inmiddels (bijna) het kaf van het koren gescheiden, en wisten zeer belangrijke projekten die oorspronkelijk vanuit een zeer onvaste individuele basis startten, thans hun waarden te poneren.

Vlaanderen zal waarschijnlijk een gelijkaardige evolutie doormaken. Musea-initiatieven, projekten tot behoud en valorisatie van gebouwen en landschappen, oude machines, zullen nog wel enkele jaren gespuid worden.

Men kan slechts hopen dat deze initiatieven tot koördinatie bereid zullen zijn, en zich niet op konkurrentiële basis t‧o‧v. elkaar zullen ontwikkelen. In Groot-Brittannië en in een aantal andere landen kon zulks een aantal jaren geleden nog getolereerd worden, toen men teerde op de verworvenheden van de « golden sixties ». De ekonomische toestand ligt nu wel énigszins anders … en wij vrezen dat wanneer harde konkurrentie losbreekt een aantal inhoudelijk-waardevolle projekten zullen gekelderd worden ten voordele van kommerciële en ekonomischuitgebate (wij schreven bijna: « uitgebuite ») initiatieven.

Mogelijk kunnen ook op dit vlak de verantwoordelijke instanties een stimulans betekenen.

Zoek op de site

Zoekopdracht