GENEESKUNDE EN ARTSEN IN GRECO-ROMEINS EGYPTE UIT PAPYROLOGISCHE BRONNEN
Marie-Hélène MARGANNE
Doctor in de wijsbegeerte en letteren
Overzicht
De studie van 206 Griekse papyri met betrekking tot de geneeskunde (van de -4e eeuw tot de +7e eeuw) stelde de auteur in staat de relaties tussen de faraonische geneeskunde en de Griekse geneeskunde die in Egypte werd "geïmporteerd" te verduidelijken. Vooral in Alexandrië zal de geneeskunde van het Grieks-Romeinse Egypte voortdurend vooruitgang boeken, volledig bevrijd van het sclerotische traditionalisme van de Egyptische artsen.
Samenvatting
Aan de hand van 206 Griekse medische papyri (van de 4e euw voor tot de 7e euw na Christus) heeft de auteur de behandeling nodig tussen de in Ancienne “ingevoerde” Griekse geneeskunde en die uit de tijd der farao's. De Egyptische geneeskunde uit de Grieks-Romeinse periode biedt een beeld van vooruitgang, dit in de teleurstelling tot het volledig verstarde traditionalisme der oude Egyptische artsen.
Abstract
De studie van 206 Griekse papyri (van de vierde eeuw voor Christus tot de zevende eeuw na Christus) stelde de auteur in staat de relatie te specificeren tussen de faraonische geneeskunde en de Griekse geneeskunde die in Egypte werd ‘geïmporteerd’. Het was vooral in Alexandrië dat de Grieks-Romeinse geneeskunde van Egypte voortdurend in ontwikkeling zou zijn, volledig vrij van het stijve traditionalisme van Egyptische artsen.
Geneeskunde is altijd beroemd geweest in Egypte. In de Odyssee (IV, 227-232) viert Homerus al dit land ‘dat medicijnen in overvloed produceert, waarvan vele mengsels heilzaam zijn en vele andere schadelijk, en waar doktoren qua vaardigheid superieur zijn aan alle andere mensen, want zij zijn van het bloed van Peaon.” In de 5e eeuw voor Christus schreef de historicus Herodotus (II,84) dat in Egypte “alles vol artsen is”.
De Egyptische geneeskunde was zo beroemd dat Perzische koningen in de 6e eeuw voor Christus bijvoorbeeld een beroep deden op Egyptische specialisten om ze te behandelen (Herodotus, III, 1). Maar de situatie veranderde een paar decennia later, toen een meer bekwame Griekse arts zijn Egyptische collega's aan het hof van de Grote Koning afzette.
Terwijl hij van een paard sprong, had Darius een verstuiking opgelopen die de doktoren niet konden genezen. Erger nog, door de voet te verdraaien en te forceren, verergerden ze het probleem, tot het punt dat de koning zeven dagen lang niet kon slapen, vertelt Herodotus (III, 129). Op de achtste deed hij een beroep op een Griekse arts die tot slavernij was teruggebracht, Democedes van Crotone (6e eeuw). Deze laatste ‘paste Griekse remedies toe en door het gebruik van zachtheid te vervangen door geweld, maakte hij het voor de koning mogelijk om van de slaap te genieten, en in korte tijd herstelde hij hem weer gezond, terwijl Darius helemaal niet langer hoopte de ziekte te krijgen. vrij gebruik van zijn voet” (III, 130).