De andere bijdrage, die te danken is aan mevrouw Gearhart, wier belangen wij kennen, begint heel goed en eindigt heel slecht. Mevrouw Gearhart, productiever in een paar pagina's dan de heer Ellul in verschillende delen, geeft ons eerst deze nuttige en, naar onze bescheiden mening, definitieve definities: Ik stel voor dat een definitie van technologie ook homo sapiens definieert: technologie is de bewuste en systematische manipulatie van iemands omgeving met als doel iemands afhankelijkheid van omgevingsfactoren te verminderen om te overleven. Technologie (…) is de onderneming die wordt geproduceerd door menselijke dieren, en menselijke dieren zijn degenen die technologie produceren (…) homo sapiens gebruikt zijn intelligentie om het milieu te veroveren (pag. 171). Mevrouw Gearhart neemt dus thema's over die zijn ontwikkeld door José Ortega y Gasset, door Oswald Spengler. Ik weet niet of onze auteur de volledige reikwijdte van haar definitie heeft gemeten, of ze heeft gezien wat logica oplevert (maar we zullen later zien wat voor soort relatie mevrouw Gearhart heeft met logica) wanneer we die op haar beweringen toepassen. Als technologie de mens definieert, zijn we des te menselijker naarmate we meer technologie ontwikkelen. Menselijk, te menselijk… Zie je waar ik hiermee naartoe wil? Helaas vervolgt mevrouw Gearhart, nadat ze zo goed is begonnen met het vaststellen van de essentie van technologie, haar analyse door aan te tonen dat ze slechts een “literaire” kennis van haar onderwerp heeft. Er zijn anderen, en het is niet in Jacques Ellul, die ze citeert, dat ze hulp zal vinden. Het einde van het artikel van onze auteur is behoorlijk merkwaardig. Ik probeer deze conclusie samen te vatten door een paar zinnen te citeren: het beste dat kan gebeuren is dat mensen nooit meer een kind krijgen, dat het kind dat op dit moment verwekt wordt de laatste mens is die ooit heeft bestaan (pp. 180-181). En de rest is waanzin, de beste hobby: we zouden vrij snel van karakter kunnen veranderen als we wisten dat we de laatste van onze soort waren. Misschien stoppen we met het vermoorden van elkaar; het menselijk leven zou de waardigheid kunnen krijgen die al het leven zou moeten hebben; Misschien waarderen we onze kinderen meer (Ik ben het die dit geweldige idee onderstreept: niet meer kinderen hebben om ze beter te kunnen waarderen). En tot slot: de hoop dat de aarde zichzelf nu kan herstellen van haar lange en moeilijke relatie met het menselijk ras. Nieuwsgierig, toch? Deze zorg om de planeet te zuiveren, deze “oplossing voor zelfmoord van onze soort” (p. 181). We weten dat er is gezegd dat filosofen die het geluk van de mensheid wensen er goed aan doen zich eerst zorgen te maken over hun eigen geluk. Mevrouw Gearhart, ik zie er echt geen probleem in, wil haar “oplossing” graag op zichzelf toepassen.
Ik geloof dat ik dit boek van groot belang heb laten zien door onder andere twee bijdragen te nemen. We zien dat het overgaat van de geschiedenis van de technologie naar de ethische problemen die worden veroorzaakt door de ongekende ontwikkeling van wetenschap en technologie. Nu vrouwen aikido beoefenen en boeken schrijven, is het interessant om te weten wat zij denken. Omdat de mannelijke man, door de Machine te creëren, ondanks zichzelf de vrouw tot zijn niveau heeft verheven (ah, dit beroemde niveau!) een medemens, een gevaarlijke concurrent of de vriendelijke metgezel met wie we in een vreugdevolle ontmoeting alle vruchten van de aarde zullen proeven, tijdens deze lange reis die – op een dag onvermijdelijk, ongeacht de oorverdovende wonderen van de technologie – zal eindigen door
de diepe slaap waarin ethisch gepraat eindelijk kan worden gewaardeerd om zijn werkelijke waarde. In de tussentijd, beste mevrouw Gearhart, als u het niet leuk vindt, houd anderen dan niet tegen!
JC Baudet