BEOORDELINGEN
Joan ROTHSCHILD, uitg. (1983)
Machine ex Dea. Feministische perspectieven op technologie.
Pergamon Press, New York, XXX-233 p. (Pergamon Press SARL, 24, rue des Ecoles, 75240 Parijs Cedex 05).
Voor de historicus van wetenschap en technologie is het feminisme in zijn hedendaagse vorm het resultaat van het werk van de Amerikaanse biochemici Pineu en Rock, van 1956 tot 1959. We weten dat hun experimentele werk, gebaseerd op wetenschappelijke en technische kennis op het gebied van de reproductieve biologie van primaten, de steroïdechemie en farmacodynamiek heeft geleid tot de ontwikkeling van de anticonceptiepil, die in 1960 in de Verenigde Staten op de markt werd gebracht. Sindsdien hebben demografen bij bepaalde populaties primaten Homo sapiens, een spectaculaire daling van het aantal, die in het kort de gevolgen vervangt van de massamoorden op het ‘pre-technische systeem’ (om met Jacques Ellul te spreken), traditioneel als gevolg van epidemieën, hongersnoden en oorlogen.
Welnu, het is interessant om de visie te ontdekken die feministen hebben op de ‘technowetenschap’ (om met Gilbert Hottois te spreken). Professor Rothschild (van de Universiteit van Lowell) omringde zich met twaalf vrouwen om technologie te bespreken. Ik heb niet de ruimte om ze allemaal te presenteren, maar er moet worden opgemerkt dat de aantekeningen van de auteurs interessant zijn. Het is een Amerikaanse traditie om wetenschappers als mannen en vrouwen voor te stellen, met min of meer intieme biografische details. Ik heb met belangstelling vernomen dat Martha M. Trescott zowel een graad in scheikunde als in technologiegeschiedenis heeft behaald (omdat de geschiedenis van technologie in de Verenigde Staten een academische discipline is) en dat ze een studie voorbereidt over de geschiedenis van vrouwelijke ingenieurs. Uit de inzending van Sally M. Gearhart blijkt dat ze lesbisch is, aikido beoefent en leiding geeft aan de afdeling Communicatiewetenschappen aan de Universiteit van San Francisco. Het is altijd goed om te weten. Bovendien zijn bij nader inzien seksuele neigingen voor denkende mannen en vrouwen bepalender dan hun politieke overtuigingen of hun academische titels. Ik zal daartoe een voorstel moeten voorbereiden aan de Nationale Biografiecommissie van de Koninklijke Academie van België. Ah, hoe bitter is het voor ons Europeanen om te moeten toegeven dat de vooruitgang altijd uit Californië komt...
Maar laten we naar het boek gaan. Het is spannend. Gebrek aan ruimte dwingt ons slechts twee bijdragen te onderzoeken. Die van Sally L. Hacker heeft als titel: Mathematisering van techniek: beperkingen voor vrouwen en het veld, waarbij deze relevante opmerking van Chandler Davis werd benadrukt: De belangrijkste functie van de wiskunde in de geavanceerde kapitalistische samenleving is het in stand houden van sociale stratificatie. Deze reflectie brengt mevrouw Hacker ertoe een interessante parallel te leggen tussen Latijn en wiskunde (toen de kerk het hoger onderwijs controleerde, was het Latijn het obstakel, P. 41). Vervolgens zal ze zo ver gaan dat ze opmerkt dat de wiskunde (meer precies de ‘hogere’ wiskundige takken: analyse, theoretische algebra, topologie) het onderscheid maakt tussen ingenieurs en technici, dat zij het middel vormt om technische beroepen te hiërarchiseren, en dat Natuurlijk hebben vrouwen toegang tot technici en mannen (althans degenen die sociaal in staat zijn toegang te krijgen tot studies op universitair niveau) tot die van ingenieurs. Om te mediteren.