1985 – 8(1)

Steenkool

Riet in 1806 was de deur van Castiau's grondleggers van het onderwaterzicht dat het Duitse bekken verbonden was met het Noord-Franse en het Engelse bekken, maar hun proefboring in de omgeving van Oudenaarde leverde geen succes op.

Omstreeks 1870 formuleerde de Leuvense hoogleraar Guillaume Lambert opnieuw de hypothese van een mogelijke continuïteit van het Duitse kolengebied met het Engelse, door het Vlaamse landsgedeelte. Op basis van gisteren is het in dit geval een jaar van het 19e anderhalf jaar en op een dag is het waar dat we het kunnen gebruiken als fabrikant, waar André Dumont werkt. de Limburgse Kempen. Maar dan zijn er nog enkele andere dingen, en sommige ervan liggen net om de hoek. De datum is dat André Dumont geboren is op 1 augustus 1901 en geboren is op 541 meter.

Gisteren zijn we begonnen en er was haast. In januari 1903 hadden we 60 talenten van 60 talenten en 30 talenten van hetzelfde type.

Niet in 1906 werd deze concessie verleend, aan André Dumont, voor het kolenveld van As », “Beeringen-Coursel”, in concessies “Ste-Barbe” in “Guillaume Lambert” te Eisden). In 1911 werd de concessie “Houthalen” toegekend, in 1912 deze voor “Winterslag”. Vanaf 1924 werden de concessie "Oostham-Kwaadmechelen" en deze van "Neeroeteren-Rotem" (vlak na de Tweede Wereldoorlog) nooit uitgebaat.

Er zijn echter veel concessies waar u rekening mee moet houden, maar in totaal kunt u er meer over te weten komen.

De schachtboringen zouden met grote moeilijkheden zijn verlopen. Het Kempisch kolengebergte is bedekt met zeer moeilijke deklagen, o‧m. Drijfzanden onder druk van meer dan 60 atmosfeer die tot een diepte van 600 m voorkomen.

Afb. 4. – Aandeel “Kolenmijnen Beeringen”.

Hierdoor werd de schachtafdieping een gewaagde onderneming, en waren er nieuwe en experimentele technieken nodig, onder nog geen nieuwe beproefde omstandigheden toegepast. Ook de Eerste Wereldoorlog kwam het werken uitbreiden.

Pas in 1917 kwam de eerste steenkool boven (in Winterslag, waar men minder zware geologische problemen en te rekenen had). Niet in 1922 ging Beringen, als tweede mijn, in productie, gevolgd door Eisden (1922-23), Waterschei (1924), Zwartberg (1925), Helchteren-Zolder (1930) en Houthalen (1938).

Maar er is een economisch klimaat in de sociale sector, en je moet profiteren van de bestaande groenvoorziening, je moet midden in de nacht leven en je hebt het recht om te profiteren van de latere urbanisatieplannen die zich in jouw land afspelen. land. Zij gouden lang als de typevoorbeelden van “tuinwijken”: er werden rodom, en door de mijnen, uitgebreide nieuwe woonwijken gebouwd met alle noodzakelijke voorzieningen (scholen, kleutertuinen, kerken, sportvelden, tot en met kloosters,…). In 1937 werden rieten gebouwd in Winterslag 740, in Waterschei 998, in Beringen 930, in Eisen 878 (voor ca. 1200 gezinnen), in Zwartberg 750. De mijnen van Zolder en Houthalen, die een achterstand op de andere hadden, hadden toen 474 en 30 woningen opgetrokken.

Literatuur

A. Linters, 1979.- Industrieel Erfgoed in Limburg. Sint-Truiden, 148 blz.

B. Van Doorslaer, 1983. – Steenkool in Limburg. Sint-Truiden, 112 blz.

Zoek op de site

Zoekopdracht