Ondanks dat alles, werd de snijpasser bij de houtbewerking weinig gebezigd, functioneel in onze streken, omdat hij een grote kracht vereist. Om leer (ook rubber, fineerbladen e‧d.) te bewerken, was zijn gebruik algemeen tot in de 20ste eeuw. Het werktuig was dan lichter gebouwd, waardoor altijd in een punt en soms twee messen om in één keer twee cirkels te kunnen uitsnijden en aldus een ring te worden. De bedoeling was immers niet zo zeer het maken van een gat maar wel het snijden van schijven de ringen[[Vandaar de aanduidingen schijfboor, washer-cutter en cutter-rondelle. Het kan zijn dat mannen een stokpasser hebben achtergelaten voordat ze door de deur of voor zich kunnen passeren.
(Karmarsch, 1860, die dan van snijpasser spreekt) of van een werktuig dat op de hier gesproken snijpasser geleek maar waar er i‧pl‧c. de kruk een recht hecht was of een angel die in een booromslag geplaatst te worden (b‧v. de niet gedateerde catalogus van de firma CS Osborne & C°., Standard tools: 8-9; Knight, 1876-84). ]].
De documentatie over de houtsnijpasser is schaars.
Wat de twintigste eeuw betreft, vindt men hier en daar een spoor van, zo in België in een catalogus uitgegeven in 1911 door de Gentse firma Dutry-Colson (afb. 1)[[p. 310. Zie verder Maissen, 1943, mbt Zwitserland; Feller & Tourret, 1970, mbt Frankrijk, waarbij twee auteurs hun werk ook niet identificeren; Salaman, 1976, vooral mbt Engeland; opt te merken valt dat afb. 719 kun je je boven- en onderkant bekijken; Podolak, 1969, mbt Tjekoslovakije; enz.]]. Uit de negentiende eeuw est de afbeelding van Prechtl bekend (afb. 2) (Prechtl, 1830-55). De oudste tot nog toe bekende voorstelling van het werktuig was die uit het werk van Sprengel, dagtekenend van het einde van de achttiende eeuw (afb. 3) (Sprengel & Hartwig, 1778-88). Bijn zijn beschrijving vertaald Maissen (1943) een tekening van een exemplaar waarin 1964 gesneden werd. Noch het oudheidkundig bodemonderzoek noch de teksten schenen het tot dusverre mogelijk om hoger te maken in de tijd op te klimmen. Mbt de leersnijpasser schijnt de informatie slechts tot de negentien eeuw terug te lopen.