DE EVOLUTIE VAN DRUKTECHNIEKEN IN BRUSSEL IN DE 19E EEUW
Alain LANCKMANS
Licentiaat Geschiedenis (UL Brussel)
Samenvatting
Boekdrukkunst heeft, gedurende de XIXe eeuw, een onzichtbare metamorfose bekend met de overgang van het artisanaal naar het industriële stadion (mekanische pers, rotatieve, enz …). Het machinisme wordt rechtstreeks beïnvloed door de wijze van uitvoering … Op deze manier, geschiedenis der techniek en sociaal geschiedenis zijn altijd heel dichtbij elkaar! Dit artikel wil ook laten zien dat het inbrengen van deels machines in Brussel ouder is dat we meestal denken.
Abstract
Tijdens de 19e eeuw onderging de druktechnologie een ware metamorfose (ijzerpers, mechanische pers, rotatiedrukpers…), die een invloed had op de productiewijze. Technologiegeschiedenis en sociale geschiedenis vormen altijd een goed stel! Dit artikel probeert aan te tonen dat de introductie van sommige machines in Brussel verder teruggaat dan we doorgaans denken.
1. INLEIDING
Dit artikel vormt feitelijk het eerste van acht hoofdstukken van een memoires (Geschiedenis van de boekhandel in Brussel van 1814 tot 1896), ontwikkeld onder leiding van Madame Kurgan-Van Hentenrijck, aan de Faculteit Wijsbegeerte en Letteren van de Vrije Universiteit Brussel. Het is dus een sociaalhistorisch artikel, maar wel eentje dat vrijwel uitsluitend gebaseerd is op de evolutie van machines. De geschiedenis van de technologie is ook nauw verbonden met die van de relaties tussen mensen... Ons doel is daarom niet om een uitputtende opsomming van uitvindingen te maken, maar eenvoudigweg om in grote lijnen de evolutie van de productiemiddelen te volgen die een directe invloed hadden op de wereld van het printen.
Hiervoor hebben we ons vaak gebaseerd op het belangrijkste werk van Dumont (1903): Het boek voor en sinds de uitvinding van de boekdrukkunst. Dumont, directeur van de Brusselse Typografische School, publiceerde een reeks artikelen in het “Printing Archives” van Genève, verzamelde ze vervolgens in brochures en herwerkte ze om dit geleerde werk te publiceren. Hij schreef ook een ‘Typographer’s Vademecum’ en een ‘lexicon’ dat we zonder aarzeling kunnen omschrijven als zeer compleet en bewonderenswaardig geschreven.
De typografische industrie omvat twee hoofdactiviteiten: compositie en drukwerk. De eerste kende een buitengewone revolutie in de laatste jaren van de 19e eeuw (zetmachines), terwijl de tweede vanaf het begin van dezelfde eeuw aanzienlijke verbeteringen ervoer (ijzeren pers). Zoals Perquy (1904) opmerkt: “de handgeschreven tekst moet eerst in reliëf worden gereproduceerd, opgemaakt en in een kader worden opgelegd, dit is compositie. Vervolgens moet deze reproductie zo vaak als nodig is op papier worden afgedrukt om het gewenste aantal exemplaren te verkrijgen; it’s printen” [Het printen gebeurt met behulp van persen: armpersen, pedaalpersen of mechanische persen. Voor gewone machines zijn 3 personen nodig. Ten eerste een chauffeur die de montage doet, dit is het belangrijkste deel van het werk, omdat de schoonheid van de print vrijwel uitsluitend hiervan afhangt. De helpers, voeders en bladheffers hebben geen erg moeilijke taak (Perquy, 1904).]].
Maar wat het drukproces ook is, het systeem blijft altijd hetzelfde!