HET NATIONALE PAPIERMUSEUMPROJECT IN MALMEDY
Walter KAEFER
Samenvatting
HET PROJEKT “NATIONAAL MUSEUM VAN HET PAPIER” TE MALMEDY
In 1977 werd hij opgericht door Malmédy in opdracht van het Papiermuseum, Malmédy. De bewoording van het papier wordt echter in dezelfde richting opgeslagen. Aansluitend bij deze geschiedenis toont mannen ook voorwerpen en geeft mannen uitleg over een gerelateerde wetenschap: de watermerken (van studio van de watermerken).
Abstract
VOORSTEL VOOR EEN NATIONAAL BELGISCH MUSEUM VOOR DE PAPIERINDUSTRIE
De gemeente Malmédy vertrouwde in 1977 een commissie toe met de oprichting van een Papierindustriemuseum in Malmédy. Er wordt kort stilgestaan bij de geschiedenis van de industrie in de regio en er worden enkele opmerkingen gemaakt over een verwante discipline: de studie van watermerken.
Sinds de Tweede Wereldoorlog groeit de belangstelling voor de geschiedenis van papier en de technologie ervan. De publicaties over deze belangrijke industrie [[COBELPA, de Vereniging van Pulp-, Papier- en Kartonfabrikanten van België, verenigt 16 bedrijven (22 fabrieken), met een jaarlijkse productie van ongeveer 800.000 ton.]] worden steeds wijder verspreid en veel onderzoekers , aanvankelijk geïsoleerd, groeperen zich. Zo ontstond in 1950 in Duitsland een “Vereniging van Chemische Ingenieurs in de Pulp- en Papierindustrie”. Zijn publicaties verschenen in Papier beschermd (voor het eerst gepubliceerd in Darmstadt als aanvulling op het tijdschrift Das Papier, destijds uitgegeven in 1974 door het Duitse Museum in München), waarvan het laatste nummer dat van januari 1976 was. In 1966 werd in Mainz het “Onderzoekscentrum voor de Papierindustrie: IPHI” opgericht, waaruit een “Vereniging van Papierhistorici ”. Het IPHI-Informatiebulletin, uitgegeven sinds 1966, overgenomen in 1976 van Papiergeschichte. Het eerste congres van de “Vereniging van Chemische Ingenieurs van de Pulp- en Papierindustrie” vond plaats in 1959 in Bamberg. Sindsdien wordt er iedere twee jaar een internationaal congres van Papierhistorici georganiseerd.
De oprichting van musea staat op de agenda. Waarom geen museum voor papier, dit nobele medium van denken?
Aan het begin van de 18e eeuw werd in Malmédy een papierfabriek geïnstalleerd met de steun van de monniken van de abdij van deze plaats. Van ambachtelijk werd de productie al snel industrieel en kende een echte groei aan het einde van de 19e eeuw. Laten we Noüe, 1848 (p. 475) citeren: “De kartonfabriek werd in 1767 opgericht door de monnik Vecray, maar kwam pas van start na de Franse Revolutie onder de bekwame leiding van de heer Henri Steinbach. De superieure talenten van zijn zoon gaven een nieuwe uitbreiding aan de vervaardiging van dozen voor het polijsten van wol en zijden stoffen. Tot 1840 vervaardigde het bedrijf ongeveer 50.000 dozen per jaar; de belangrijkste afzetmarkten waren België, Duitsland, Oostenrijk, Rusland, Zweden en Spanje. Maar wat het land beroemd maakt, is het briefpapier van deze vooraanstaande industrieel, die, om het meer mogelijkheden te geven, de productie van karton opgaf.