1987 – 10(1)

ARTSEN EN CHIRURGEN IN DE STAD BERGEN

(14e-18e eeuw) (*)

Robert WELLENS
Afdelingshoofd bij Archief
Generaals van het Koninkrijk in Brussel

Overzicht

Het werk dat wij presenteren heeft niet de pretentie de geschiedenis van de geneeskunde en de chirurgie in Bergen weer te geven. Het doel ervan is een bepaalde hoeveelheid informatie te verstrekken, waarvan het grootste deel nog niet is gepubliceerd, afkomstig uit de rekeningen en registers in de resoluties van de stad Bergen, over de door de stad betaalde artsen en chirurgen die elkaar vanaf eind 14e eeuw hebben opgevolgd. eeuw tot het einde van de 18e eeuw

Samenvatting

Deze studio is geen geschiedenis van geneeskunde en chirurgie te Bergen. Het doel ervan is een aantal inlichtingen te verstrekken over de stad bezoldigde geneesheren en chirurgijns die werkzaam waren van het einde van de 14de tot het einde van de 18de eeuw. Deze, jij en de film staan nu in het licht van het feit dat je nog even moet afwachten in de stad Bergen.

Abstract

De auteur beweert niet dat hij de geschiedenis van de geneeskunde en de chirurgie van de stad Bergen heeft geschreven. Zijn doel is veeleer om een aantal informatie en feiten te verstrekken, waarvan de meeste nieuw zijn, ontleend aan rekeningen en documenten in Bergen.

Het doel van dit werk is niet om een geschiedenis van de geneeskunde en de chirurgie in Bergen te geven, maar om een bepaalde hoeveelheid informatie te verschaffen over de artsen en chirurgen betaald door de stad, die elkaar opvolgden vanaf het einde van de 14e tot het einde van 2011. de 18e eeuw.

Het is moeilijk vast te stellen wanneer de belangrijkste steden van Nederland artsen en chirurgen begonnen aan te stellen, maar geschat kan worden dat de meeste van hen in de tweede helft van de 14e eeuw hun eigen arts of chirurg hadden, soms allebei. Vanaf de 13e eeuw had Brugge zijn openbare dokter en die vinden we in Ieper en Duinkerken in de 14e eeuw [[A. FAIDHERBE, Artsen en chirurgen van Vlaanderen vóór 1789, Rijsel, 1892, p. 101; E. WICKERSHEIMER, Artsen en chirurgen in middeleeuwse ziekenhuizen, in JANUS, 32e jaar, 1928, p. 2.]]. In Lille verschijnt de eerste vermelding van een stadschirurg in 1360 [[E. LECLAIR, Geschiedenis van de operatie in Lille, in MEMOIRS VAN DE STUDIEVERENIGING VAN DE PROVINCIE CAMBRAI, t. XIX, 1912, blz. 190. ]]. Zij ontvingen een vast jaarsalaris [[ A. FAIDHERBE, Artsen en chirurgen…, p. 102. ]]

In Bergen was de benoeming van de artsen en chirurgen van de stad volledig in handen van de magistraat. Soms wees hij ze aan uit de kandidaten die in Bergen woonden, soms belde hij ze van buitenaf als de eerste het vertrouwen niet waard leek. De magistraat heeft de aanvragen onderzocht en de vorderingen van verzoekers besproken. Deze speelden een grote rol in de genomen beslissing. [[ARCHIEF VAN DE STAD VAN BERGEN (AVM), Account, 1400/1401, f°25v°: “Donnet heeft 1 burgemeester van de stad Nivelle, liquels op wat Hij hoorde dat in de stad Mons was er behoefte aan een chirurg, hij kwam daar om met de eskevins te praten die het niet raadzaam vonden hem voor zulke hoge lonen te behouden dat ze hadden gewild... ]].

De stedelijke medische dienst telde doorgaans meerdere ambtenaren. Vanwege de omvang van hun bevolking hadden grote steden al vroeg verschillende artsen en chirurgen. Vanaf het einde van de 14e eeuw beschikte Bergen over twee artsen en een chirurg. Vervolgens varieerde dit aantal, ter beoordeling van de magistraat, van één tot vijf artsen en van één tot zes chirurgen. In 1401 zijn er bijvoorbeeld twee doktoren en twee chirurgen; in 1421 alleen een chirurg [[Het is in 1421 dat we ook de eerste vermelding vinden van een beëdigde vroedvrouw; AVM, Account, 1421/1422, f°20v° “Aan Ysabiaul Locharde, getrouwd met Jehan de Ghant, voor haar loon sinds de 12e dag van september 1421, van waaruit ze werd vastgehouden en in de stad een eed aflegde om een wijze dame te zijn daar, tot de 12e dag van september volgend op het jaar 22 (1422), is het voor de derde van een jaar, payet… 15l. ". ]]; in 1441 drie doktoren en vier chirurgen; in 1555 vier doktoren en vijf chirurgen, waaronder degene die verantwoordelijk was voor de behandeling van slachtoffers van de pest; in 1600 vier doktoren en twee chirurgen; in 1770 vijf doktoren en vier chirurgen; in 1793, vier doktoren en drie chirurgen. Gedurende een lange periode, in de tweede helft van de 15e eeuw, van 1464 tot 1497, beschikte Bergen niet over een beëdigde arts [[Met uitzondering van een arts in 1470/1471. ]]. Deze beoefenaars moesten namens de stad gratis zorg verlenen aan arme patiënten [[M. BARIETY en Ch. COURY, Geschiedenis van de geneeskunde, Parijs, 1963, p. 398. ]]en moest ook de ziekenhuizen bedienen [[AVM, Compte, 1533/1534, f°42r° “Aan maître Jehan du Rieu, gezegd over Duitsland, omdat hij verschillende patiënten had behandeld uit de ziekenhuizen van de stad Bergen in het bevel van de heren van dit land…’; AVM, Rekening, 1544/1545, f°62r° “Aan Maitre Francois de Meghem, werd gegeven door een concilie gehouden op 18 juli 1555, voor verschillende genezingen en arbeid die hij had gedaan in de ziekenhuizen van Saint Nicolas en Saint Julyen in verschillende plaatst arme mensen...”; zie ook P. HEUPGEN, Sint-Julienziekenhuis van Bergen. Documenten, 1327 tot 1822, Bergen, 1935, p. 39. ]].

(*) Studie toegekend door de Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België. (Frans Jonckheere Prijs voor de geschiedenis van de geneeskunde, 1972-1974).

Zoek op de site

Zoekopdracht