1979 – 2(3/4)

3. 19e eeuw

Als keizer Napoleon beslist de stadswallen te laten slopen, denkt hij meteen aan de aanleg van ringlanen op de vrijgekomen ruimte. De idee zal pas decennia later in werkelijkheid omgezet worden.

Op sociaal en politiek vlak volgen de gebeurtenissen elkaar razendsnel op. Op de vooravond van de industriële revolutie, wordt in Groot-Brittannië druk geëxperimenteerd met stoommachines. Voor het eerst slaagt de mens erin door de lucht te reizen: reeds in 1803 stijgt een luchtballon tot op 7400 m hoogte. Naar het einde van de eeuw toe, worden luchtschepen voorzien van elektrische motoren (1884) en van ontploffingsmotoren (1897).

De scheepvaart heeft nog niet aan belang ingeboet. Verbeteringswerken aan het kanaal van Willebroek gaan gepaard met de doorsteek naar het kolenbekken van Charleroi (1832). Meer en meer komt de scheepsmotor voor op binnenschepen, vooral na de uitvinding van de schroef door Normand (1841).

Het tijdperk van het sneller reizen wordt ingeluid door de eerste stoomtreinen tussen Mechelen en Brussel (5 mei 1835). Het trajekt wordt in een vijfmaal kortere tijd en met een groter komfort afgelegd. In 1843 en 1846 kan de doorverbinding tot stand komen met het Duitse en het Franse spoorwegnet. Gelijktijdig ontwikkelt zich het openbaar vervoer in de stad. Aanvankelijk blijft deze dienstverlening op de bestaande spoorwegstations afgestemd. Langzamerhand worden ook verbindingen met andere gemeenten ingevoerd.

Tegen het einde van de eeuw, wordt de paardetram geleidelijk aan verdrongen door de elektrische tram, die in 1896 voor het eerst rijdt op de lijn naar Ukkel.

Op het stuk van de wegenbouw worden eveneens grote vorderingen gemaakt. Het procédé van Mac Adam, en het inzetten van stoomwalsen en breekmolens zijn hier niet vreemd aan.

In 1885 bouwen Daimler en Maybach hun ontploffingsmotor, in 1893 gevolgd door de eerste Dieselmotor. De auto is geboren. Verbeteringen op het stuk van de prestaties, het komfort en de veiligheid volgen elkaar snel op.

De stad zelf heeft ondertussen een grote gedaanteverwisseling ondergaan: in 1819 worden de straten verlicht door gaslantaarns (een primeur voor Europa !). De binnenkommen van de haven worden gedempt,de Zenne krijgt een overwelving en erboven worden de Middenlanen aangelegd. Tegelijkertijd wordt een echt rioleringsnet aangelegd.

De bloei van de hoofdstad is trouwens af te leiden uit de talrijke wereldtentoonstellingen die er gehouden worden: in 1888, 1897, 1905 en 1910.

4. 20e eeuw

Dit hoofdstuk is wellicht het minst verzorgde in het werkje. Blijkbaar is het er de auteur vooral om te doen geweest, de periode voor de laatste eeuwwisseling te belichten.

De bewering als zou een meer gedetailleerd overzicht ervan, een afzonderlijke tentoonstelling vereisen, maakt ons ietwat wrevelig. Was het niet de bedoeling, duizend jaar vervoer te Brussel te belichten?

Toch blijft dit vulgariserend werkje meer dan een oppervlakkige gids. Misschien wordt het ooit nog een uitgangspunt voor een meer diepgaande studie. « Duizend jaar vervoer te Brussel », is een uitgave van de Dienst Public Relations van de MIVB, Guldenvlieslaan 15 te 1050 Brussel.

Rechercher sur le site

Rechercher