1983 – 6(2)

Zeker, het rapport van Durand d'Aubigni dateert van februari 1759. Het lijkt dus laat wat betreft het duel Hellot – Vincent de Gournay. Hellot ontving hem enkele maanden na zijn overwinning op Vincent de Gournay. Ja, maar het wijdverbreide gebruik van Louvrex-geschriften vóór 1752 (de Verzameling in drie delen gepubliceerd tussen 1714 en 1735 en de nieuwe Verzameling, in vier delen, uitgegeven in Luik in 1751-1752) en zelfs de Historia Leodiensis gepubliceerd in drie foliobundels in Luik van 1735 tot 1737, zoals blijkt uit de papieren en bepaalde werken van Jean Hellot, getuigen van het aandeel van “Luikse” informatie in de documentatie van de geleerde en in de economisch-wetgevende ondernemingen. Dit vertaalt zich in principe ook in een onverwachte aanwezigheid, ook al is het ‘indirect’, van de stappen van een Belgische geleerde uit het begin van de 18e eeuw bij de oprichting en verdediging van het dirigistische benzineregime van de steenkoolexploitatie van land in Frankrijk ( 1744, 1758 en 1783) en zelfs meer, zijn bijdrage, dit keer rechtstreeks aan de inleiding, aan de bevestiging van een professionele terminologie betreffende de technologie van extractie
steenkool.

Bouille uit een steenkoollaag, coirelle die het bedekt, sterven of extreem vette klei in een ader, Havrie laag slechte steenkool, vouwen Of beplating van de ader als er geen sprake van is afwijzing of een slet, zoveel gangbare termen in de kunst van het winnen van steenkool, ter plekke opgepikt door Louvrex' scherpzinnige observaties van de dagelijkse activiteit van de “mijnwerkers van het land Luik”.

En zo werd Jean Hellot beschouwd als de uitvinder van de termen ader (Carboon) “laag van metaal of andere mijnen afgezet in de aarde” (Papiers Hellot, Cahier 7, bundel P1) en Grisou.
Laten we – wat dit laatste betreft – benadrukken dat Jean Hellot de verdienste had om de populaire term te vervangen door de definitieve uitdrukking: grisou. Zo werd de Luikse term: Feu Brisou (of Terrou) uiteindelijk: (Vuur) Grisou, met behoud van de uitleg – van Louvrex – “plotselinge, gevaarlijke en fatale ontsteking die alles uit het dierenrijk verbrandt zonder iets uit het plantenrijk te beschadigen (Hellot Papers, Notebook 7, boekje P1).

Referenties

Bachaumont, 1778. – Geheime herinneringen. Bij John Adamson, Londen, 2 delen. (Hellot) Mevrouw Varia 140, tien ingebonden notitieboekjes, waaronder een indexboekje met de titel: Tabel met mijn kunst- en wetenschappencollecties. Gemeentelijke bibliotheek van Caen.

(Hellot) Mevrouw 2755: Voorwoord bij de vertaling van Schlutter en Recueil d'indicatie des mines de France, 188 blz.

Mevrouw 2756: Aantekeningen en opmerkingen over de mijnen van Frankrijk, 474 blz. Mazarine-bibliotheek, Parijs.

G. Lavalley, 1880. – Catalogus van manuscripten uit de bibliotheek van Caen, Caen.

MG de Louvrex, 1714-1735. – Verzameling van edicten, verordeningen, privileges, concordaten en verdragen van Luik en het graafschap Looz. Luik, 3 delen. in-fol.

MG de Louvrex, 1735-1737. – Historia Leodiensis. Leodii, 3 delen. in-fol.

MG de Louvrex, 1751-1752. – Verzameling met de edicten en reglementen van het land Luik en het graafschap Looz. Luik, 4 delen. in-fol.

M. Rouff, 1922. – Kolenmijnen in Frankrijk in de 18e eeuw. Parijs.

D. Todériciu, 1975. – Toegepaste chemie en chemische technologie halverwege de 18e eeuw. Werk en leven van Jean Hellot (1685-1766). Postdoctorale thesis, EPHE, VIe sectie, Universiteit van Parijs-Sorbonne. Parijs.

D. Todériciu, 1980. – Jean Hellot (1685-1766), geleerd scheikundige, grondlegger van de chemische technologie in Frankrijk in de 18e eeuw. Communicatie op het 105e Nationale Congres van Geleerde Societies, Caen, fascic. v.

Zoek op de site

Zoekopdracht