1986 – 9(1)vervolg

VII. Behoud en herbestemming van industriële locaties, museologie

Atkinson F., De functie van musea in de industriële archeologie, In De theorie en praktijk van industriële archeologie, Bad, 1968.

Bruwier M., Een monumentaal ensemble om te redden, een museum om te creëren: de werkplaatsen en de arbeidersstad Grand-Hornu, In Kwartaalbericht van het Gemeentekrediet van België, nr. 83, januari 1968, blz. 23-30.

Hoe maak je een industrieel museum? (interview met René Evrard onder leiding van G. Van den Abeelen), in Industrie, 16e jaargang, nr. 3, maart 1962, pp. 169-176.

Liébin J., Lefebvre J., Perspectieven voor een nieuw toerisme: industriële archeologie, In Henegouwen Toerisme, nr. 174, maart 1976, blz. 9-12.

Liébin J., Een regionaal Ecomuseum in Bois-du-Luc, Haine-Saint-Pierre, Hennuyer Centrum voor Industriële Geschiedenis en Archeologie, 1980, 15 p.

Linters A., Hergebruik van industriële panden, In Industriële Archeologie. Renovaties, Gent, VVIA, 1985, blz. 4-10.

Dezelfde, Heeft u al gehoord van DIRV? Behoud van het erfgoed van nijverheid, techniek en wetenschap: zinvol voor de Derde Industriële Revolutie?, In Evolutie van het wetenschappelijk en industrieel erfgoed. 30 april 1985, Callebaut DK & Deelstra HA, uitgeverij, Antwerpen, UIA, 1985, pp. 3-18.

Weiler J., Ons werkverleden: het behoud van industriële relicten voor recreatie en toerisme (Ontario Ministerie van Cultuur en Recreatie), Toronto, 1982.

VIII. Iconografische bronnen en industriële archeologie

Affiches in Wallonië, via de collecties van het Musée de la Vie Wallonne, Luik, 1980, XVI+245 p.

Arbeit und Alltag, sociale Wirklichkeit in der Belgische Kunst, 1830-1914, Berlijn, 1979.

Industriële archeologie en beeldende kunst (Provincie Luik, Culturele Zaken, mei-juni 1977), Luik, 1977, 20 p.

Kunst en samenleving in België 1848-1914 (Palais des Beaux-Arts de Charleroi, 11 oktober - 23 november 1980), sl, 1980, 284 p.

Aus Schacht en Hütte. Een Jahrhundert Industriearbeit in beeld 1830-1930 (Ruhrfestspiele Recklinghausen '80, 4 mei - 18 juni 1980), Recklinghausen, 1980.

Becher B. & H., Anonieme Sculpturen. Een typologie technischer Bauten, Düsseldorf, art. Persverlag, 1970.

Beutler Chr., Metken G., Sembach K.-J., Weltausstellungen op 19. Jahrhundert (Die neue Sammlung, Staatliches Museum für angewandte Kunst), München, 1973, XXXI+225 p.

Buddensieg T., Rogge H., Die nutzliche Künste. Gestaltende technologie en beeldkunst tijdens de industriële revolutie, Berlijn, Quadriga Verlag, 1981. 398 p.

De Herdt R., Deseyn G., Verheeke G., Het toont. Spiegel van de industriële maatschappij (MIAT), Gent, 1984, 143 p.

Evrard R., Kunstenaars en ijzerfabrieken. Kunstwerken geïnspireerd op ijzergieterij, Luik, Solédi, 1955. 110 p.

Le Bot M., Machines en schilderkunst, In Annalen, economieën, samenlevingen, beschavingen, 22e jaargang, nr. 1, januari-februari 1967, pp. 1-22.

Industrieel erfgoed. Gustave Marissiaux (1872-1929), Paul Donnay. Bernd en Hilla Becher, Luik, 1981, 51 p.

IX. Energiebronnen

Bauters P., Vlaamse molens. Wind- en watermolens in Vlaanderen. Geschiedenis-, bouw-, werking-, recht, Antwerpen, 1978, 131 p.

Bauters P., Buysse R., De Oostvlaamse watermolens, inventaris 1980 (Provinciebestuur Oost-Vlaanderen), Gent, 1980, 197 p.

Bauters P., Eeuwen onder wind en wolken. Windmolens in Oost-Vlaanderen, Gent, Provinciebestuur van Oost-Vlaanderen. 1985, 481 blz.

Van Belgische molenaar tot levende molens (Vakblad voor de maalderij, graan- en veevoederhandel). Dit tijdschrift publiceert sinds 1978 een blad, Levende Molens, met betrekking tot de industriële archeologie van molens.

Christophe Cl-M., Het voortbestaan van waterraderen in de regio Hoei, In Annalen van de Hutois Cirkel van Wetenschappen en Schone Kunsten, T. XXXVII, 108e jaargang, 1983, blz. 55-97.

De Herdt R., Deseyn G., Vandewalle P., Onder stoom. Optredens van de stoommachine (MIAT), Gent, 1983, 198 p.

Devyt C., Westvlaamse Windmolens. Volgens inventaris van de toestand op 1 januari 1965, Brugge, 1966, 125 p.

Door Schepper J., De zorg voor windmolens in Vlaanderen, Gent, VVIA, 1983, 32 p.

Frode E. & W., Energiespender en esthetische architectuur. Windmühlen in Deutschland, Nederland, België, Keulen, 1981, 239 p.

Hasselt oude gasgemeente 1856-1982. Ruim 125 jaar gasverbruik, Hasselt. NV Pligas-Intercom, 1982, 72 p.

Holemans H., Lemmens PJ, Molens van de Zuiderkempen, Nieuwkerken, 1978, 126 p.

Dezelfde, Molens der Noorder- en Oosterkempen, Nieuwkerken, 1980, 128 p.

Holemans H., Smet W., Limburgse watermolens. Kadastergegevens 1844-1980 (Ons Molenheem), 1985, 100 p.

Linters A., Molens. Geschiedenis, techniek (Zuid-Limburg (Werkgroep molenzorg Zuid-Limburg),
Tongeren, 1983, 40 p.

Smet W., Holemans H., Limburgse winden in heden en verleden, Nieuwkerken, 1981, 212 p.

De Herdt R., Vercoutere F., Leven onder de gaslantaarn (MIAT), Gent, 1980, 126 p.

Romeins C., Honderdvijftig jaar gasverlichting in Brussel, In Notitieboekjes van Brussel, T. 21.
1976, blz. 96-146.

Zoek op de site

Zoekopdracht