1985 – 8(2)

HONDERDVIJFTIG JAAR WETENSCHAPSGESCHIEDENIS IN BELGIË EEN BEOORDELING VOOR ACTIE

[[ Lezing gehouden op 1 maart 1985 op de gezamenlijke vergadering van de Bestendige Commissie (Koninklijke Academie van België) en de Belgische Commissie voor de Geschiedenis van de Wetenschappen. De redactie van Technologia vond het nuttig om het ‘nationale onderwijsprogramma’ te begeleiden met historische feedback. ]]

Robert HALLEUX
Rijksuniversiteit van Luik

Overzicht

Essayoverzicht van werk over de geschiedenis van de wetenschap in België, dat besluit met de erkenning van de noodzaak om de inspanningen, vooral financieel, te concentreren, zodat deze discipline de plaats inneemt als denkinstrument in de intellectuele mutatie die door de nieuwe technologische revolutie wordt gegenereerd .

Samenvatting

Bewezen tegelijk met de balans der werken gehandeldd over de geschiedenis der wetenschappen in België, waaruit blijkt dat een samenbundeling der problematisch, o‧m. Een oordeel over de financiële situatie is noodzakelijk is dit studioobject de plaats zou nemen die het verdient in het onderzoek van de gewijzigde interpretatie, voortspruitend uit de nueuwe ingewikkelde omwenteling.

Abstract

Dit is een poging om de balans op te maken van de situatie van de geschiedenis van de wetenschap in België vandaag. Het eindigt met de erkenning van de noodzaak om alle inspanningen, vooral financieel, te concentreren, zodat deze discipline de plaats kan innemen die zij zou moeten hebben, als intellectueel instrument binnen de wetenschappelijke transformaties die door de nieuwe technologische revolutie teweeg worden gebracht.

ter nagedachtenis aan Jean Pelseneer

De geschiedenis van de wetenschap doet zich, bijna overal ter wereld, gelden als een waardevol denkinstrument, in de intellectuele mutatie die de nieuwe technologische revolutie vereist. In deze context is een evaluatie van de Belgische activiteit op dit gebied nuttig als inspiratiebron voor de noodzakelijke acties. Net als elders moet de historicus verder gaan dan de eenvoudige catalogus van feiten, hagiografie vermijden en de hoofdlijnen onderscheiden. Het risico van subjectiviteit is aanzienlijk, maar kan hier worden aangenomen, omdat het niet zozeer een kwestie is van uitputtend zijn, als wel van het aanwakkeren van de kritische discussie over onze successen en onze mislukkingen.

Georges Gusdorf zei dat de geschiedenis van de wetenschap de retrospectieve vector is van het idee van vooruitgang [[ G. Gusdorf, The Human Sciences and Western Thought. I. Van de geschiedenis van de wetenschap tot de geschiedenis van het denken, Parijs, 1966, p. 61. ]], dit is de reden waarom het in de 18e eeuw ontstond en zich in de 19e eeuw ontwikkelde. Het wordt voorafgegaan door de bibliografie en de biografie. We kennen het kostbare repertoire van Sanderus, Valère André, Foppens, Paquot. Maar vanaf 1541 publiceerde Remacle Fusch uit Luik Illistrium
medicorum vitae volgens een idee van zijn meester Brunfels [[Parijs, 1541.]]. In 1755 en vervolgens in 1778 publiceerde de Montois Nicolas François Joseph Eloy (1714-1788) A Historisch woordenboek van oude en moderne geneeskunde, of memoires gerangschikt in alfabetische volgorde om de geschiedenis van deze wetenschap en die van artsen, anatomen, botanici, chirurgen en scheikundigen van alle naties te dienen[[Luik, Bassompierre, 1755, 2 delen; Bergen. Hoyois, 1778, 4 delen. ]].

Maar het was de Belgische onafhankelijkheid die de eerste impuls aan onze discipline gaf, en heel natuurlijk zijn we begonnen met de uitbuiting van het lokale verleden, dat wil zeggen de jacht op grote mannen, met het uitgesproken doel een nationaal geweten op te wekken. In 1837-1838 publiceerde FV Goethals, bibliothecaris van de stad Brussel Lezingen over de geschiedenis van wetenschappen, kunst, letteren, moraal en politiek in België[[Brussel, bij de auteur thuis en in de Openbare Bibliotheek, 1837-1838, 4 vol. Het werk was
begon in 1818. ]], met het trotse motto “nationaliteit en onafhankelijkheid”. In deze verzameling biografieën vinden we Adelbold, Heriger, Hucbald, Dodoens, Palfijn, de Boodt, Grégoire de Saint Vincent.

Het prospectus is onthullend[[ We vinden dit prospectus bovenaan deel IV. ]]:

“Een regenererend volk moet al zijn titels nastreven. Terwijl een commissie van geleerden onze kronieken samenbrengt, en terwijl van alle kunsten de meest ijverige van onze schrijvers zich haasten om hun steen te brengen naar het monument van onze geschiedenis dat allemaal gereconstrueerd moet worden, heeft de auteur van het boek dat we aankondigen dat niet gedaan. Omdat hij geloofde dat hij het merkwaardige en bijna al het ongepubliceerde materiaal dat hij in twintig jaar had verzameld alleen voor zichzelf mocht reserveren, beschouwde hij de plicht om ze te coördineren en openbaar te maken als een schuld aan het land. De geschiedenis bestaat niet alleen uit het verslag van veldslagen, uit de presentatie van verdragen en uit de genealogie van vorsten. De vooruitgang en vooruitgang van de wetenschappen en de kunsten zijn zo nauw verbonden met het privéleven, met de gewoonten, met de smaak van de mens, met de verbetering van sociale zaken, dat, zonder kennis van dit kostbare deel van de geschiedenis, ‘wij alleen zie briljante oppervlakken'.

Zoek op de site

Zoekopdracht