1985 – 8(2)

TECHNOLOGIE EN MAGIE

Willem EAMON
Universitair hoofddocent geschiedenis
Staatsuniversiteit van New Mexico (VS)

Abstract

De auteur toont de gelijkenis tussen technologie en magie. Beide hebben tot doel de krachten van de natuur te temmen en onder hun controle te brengen. Hoewel hun methoden verschillen, streven de goochelaar en de ingenieur hetzelfde doel na.

Overzicht

De auteur laat de overeenkomsten zien tussen technologie en magie. Beide hebben tot doel de natuurkrachten te temmen en de controle erover te verzekeren. Met verschillende methoden streven de goochelaar en de ingenieur hetzelfde doel na.

Samenvatting

De schrijver toont de gelijkenis tussen technologie en magie.
Beide streven er naar de natuurkrachten te bedwingen en de controle over jou
geëvenaard. hoewel hun methoden verschillen, zijn de magiër en de ingeniër hetzelfde
doel.

In een baanbrekend essay over de oorsprong en functie van magie in primitieve samenlevingen probeerde wijlen Bronislaw Malinowski de situatie te reconstrueren waarin magie voorkomt. Malinowski schreef:

De mens, bezig met een reeks praktische activiteiten, komt tot een leemte; de jager is teleurgesteld door zijn prooi, de zeeman mist gunstige wind, de kanobouwer krijgt te maken met materiaal waarvan hij nooit zeker weet of het de spanning zal kunnen weerstaan, of de gezonde persoon voelt plotseling zijn kracht afnemen… Alle praktische activiteiten leiden de mens in impasses belandt, waar hiaten in zijn kennis en de beperkingen van zijn vroege observatie- en redevermogen hem op een cruciaal moment verraden. Het menselijk organisme reageert hierop met spontane uitbarstingen, waarin rudimentaire gedragswijzen en rudimentaire overtuigingen over de doeltreffendheid ervan worden voortgebracht. Magie fixeert deze overtuigingen en rudimentaire rituelen en standaardiseert ze in permanente traditionele vormen »[[Bronislaw Malinowski, ‘Magie, Wetenschap en Religie’, in Magie, Wetenschap en Religie en Andere Essays (Garden City, NY, 1954), 85-90. ]].

De essentie van deze observatie is dat magie in wezen een ambachtelijke activiteit is; de doelen ervan en de doelen van de technologie zijn vergelijkbaar in die zin dat beide proberen de natuurlijke omgeving met kunstmatige middelen te beheersen. Antropologen vertellen ons inderdaad dat elke activiteit die ambachtslieden in de primitieve samenleving uitvoeren, ook tot de capaciteiten van een magiër behoort. De mate van hun samenwerking varieert uiteraard: hoe groter het gevaar en hoe onzekerder de uitkomst van de activiteit, hoe meer magie er lijkt deel te nemen. Landbouw en visserij worden bijvoorbeeld in beperkte mate geholpen door magie, terwijl geneeskunde en metallurgie, waar technische vaardigheden tekortschieten, historisch gezien zo afhankelijk zijn van magie dat ze er bijna uit lijken te zijn voortgekomen.

Voor de moderne geest worden magie en technologie echter vrijwel universeel van elkaar onderscheiden. Iedereen weet dat je geen hangbruggen en ruimteschepen bouwt door een bezwering op te zeggen. Je bouwt ze op door de coördinatie van vaardigheden en rationele wetenschappelijke principes. Zonder twijfel klinkt ‘wetenschap en technologie’ harmonischer in onze oren dan ‘technologie en magie’.

Dit alles zou ons tot de conclusie kunnen brengen dat magie en technologie niet alleen volkomen verschillende soorten activiteiten zijn, maar dat geloof in magie en technologische vooruitgang elkaar wederzijds uitsluiten. Uit de stelling van Malinowski lijkt inderdaad te volgen dat magie zou moeten afnemen naarmate de technologische vaardigheden toenemen, en over lange historische perioden is dit waarschijnlijk het geval. Maar hieruit volgt niet noodzakelijkerwijs dat magie en technologie vijandig tegenover elkaar staan. Ik haast me er echter aan toe te voegen dat het voor mij het verste is om in dit essay een pleidooi te houden voor magie. Ik geloof bijvoorbeeld niet dat onze huidige mondiale energiecrisis, of enig ander probleem waarmee we worden geconfronteerd waarvoor een technologische oplossing geschikt kan zijn, kan worden verholpen door het uitspreken van spreuken of het lezen van horoscopen. Ik suggereer alleen dat als een historicus naar technologie kijkt, hij deze moet zien in de context van de cultuur waarin deze zich ontwikkelt. Het komt soms voor dat deze culturele context overtuigingen omvat die volkomen vreemd zijn aan de overtuigingen waarvan we normaal gesproken denken dat ze het meest bevorderlijk zijn voor de technologische vooruitgang. En ik suggereer ook dat we soms meer leren van de uitersten van wie we zijn dan van hoe we onszelf conventioneel zien.

Zoek op de site

Zoekopdracht