1985 – 8(1)

Nieuwe nijverheden

Het Noorden van Limburg bezat tal van uitgestrekte quasi-onbewoonde gebieden. Tevens was de streek doorkruist door het Kempisch kanaal, en door de “IJzeren Rijn” (de rechte verbinding van Antwerpen met de Ruhr). Dit was een gedroomd gebied voor de inplanting van sterk vervuilde en gevaarlijke nijverheden. Men bezat er een goede verbinding met het mijnbekken van de Ruhr, en met o‧m. de ertshaven van Antwerpen, en mannen liepen niet het risico grote schaduwvergoedingen aan de noodzakelijke landbouwers te moeten betalen. Het is belangrijk op te merken dat onze werknemers degenen zijn die ouder zijn dan die in België.

In 1874 werd de vestiging van een dynamietfabriek in Elen nog tegengehouden door de angst van de bewoners, o‧m. dezen van Elen zelf, Neeroeteren en Rotem. Maar er is later een vergunning verkregen van buskruitfabriek van Wetteren (die een paar jaar eerder ontploft was, en naar “veiliger” oorden gezocht) een vergunning om zich in Kaulille te vestigen. In 1894 zagen we Kaulille's overblijfsel in de eerste plaats, maar in 1926 was hij het bedrijf tot één van de belangrijkste van Europa ontwikkeld, en zei het 225 arbeiders tewerk.

Het is de zinkindustrie die de belangrijkste rol zou spelen en de ontwikkeling van de Noorderkempen. Omdat het roosten van zinksulfide met de voortbrenging van zwaveldioxide-dampen schadelijke milieuschade meebracht, gingen deze bedrijven overal op zoek naar onvruchtbare streken. In 1888 werd de fabriek van Overpelt opgericht, onder impuls van de Bank Behr & Sundheimer, uit Frankfurt. Vanuit de zinkfabriek van Lommel in 1904 werd het verkocht in 1913. Het werd geproduceerd in 1926-1927 voor een totaalprijs van 230.000.000 frank (o‧m. 35.000 ton zink, waarvan superfosfaten, lood, zwavelzuur, arsenicum, enz. …).

Afb. 3. – De muziekmaatschappij van de Mijn van Beringen, vlak vóór de Tweede Wereldoorlog.

In middels werd in 1911 de zinkfabriek van Rotem tot stand gekomen. Omstreeks 1890 ontstond ook de arsenicumfabriek van Reppel. Deze bedden zijn immers nog niet in gebruik, maar de mannen van ons werk (de stem van onze kinderen) zijn er: hij was gisteren, later stond hij midden op de weg, dat de eerste arbeiderswijken van Limburg tot stand gebracht werden.

Precies dezelfde bemerkingen kunnen worden geformuleerd voor de vestiging, einde 19de euw, van de eerste chemische fabriek in Tessenderlo, en de vestiging van een do onbeperkt van deze (in 1930) in Kwaadmechelen.

Zoek op de site

Zoekopdracht