DE INNOVATIEVE INGENIEUR (1981)
125 jaar De Ingenieur.
Speciale uitgave van het tijdschrift De ingenieur,
Morgan-Grampian Ltd., Calderwood Street,
London SE 18 6 QH, 232 p., ill., £ 8,50.
De verjaardagen van grote technische tijdschriften zijn altijd een zegen voor technologiehistorici en industriële archeologen. Dat hebben we hier al (Technologie 3: 77, 1980), verslag van het zeer mooie deel dat door het tijdschrift is uitgegeven Elektronica ter gelegenheid van haar vijftigjarig jubileum. Dit keer is het een veel ouder tijdschrift dat een jubileum viert met een bijzonder, luxe nummer, aangezien het een tijdschrift is dat in 1856 is opgericht.
Een dertigtal artikelen, met werkelijk prachtige illustraties, vertellen een dertigtal techno-industriële avonturen, gekozen uit de belangrijkste van deze periode van 125 jaar, die begon in een tijd waarin de mensheid de elektromotor, noch het vliegtuig, noch de televisie, noch werkloosheidsuitkeringen, noch anticonceptiepillen, noch universitair onderwijs voor iedereen...
Dit deel zal meer leren over de historiciteit van wetenschap, technologie en industrie dan de zware stellingen van de heer Ellul. Hier worden de retorische bloemen vervangen door vierkleurenreclame. Deze vervanging is een teken waarmee degenen die de hermeneutiek van het ‘technische systeem’ willen construeren, rekening moeten houden.
JC Baudet
ACADEMIAE ANALECTA (1983)
Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België. Klasse der Wetenschappen, 45, 3.
Paleis der Academiën, Brussel, 140 p.
Deze aflevering bevat de tekst van zeven lezingen gehouden voor de Bestendige Commissie voor de Geschiedenis der Wetenschappen van de Koninklijke Academie van België.
In deze eerste bijdrage, Technologie, technologie in de wetenschap in Middeleeuwen als voorwaarde van en voorbereiding op de grote ontdekkingen Geeft C. Verlinden een overzicht van de tijdens de Middeleeuwse verworven technische en wetenschappelijke kennis, die de grote ontdekkingsreizen mogelijk heeft gemaakt. Hier kunt u de volgende instructies, instrumenten, kaarten en nautische handboeken kopen.
H. Elkhadem-beschrijving in Ibn Butlan's Taqwim al-sihha: een voorbeeld van de overdracht van wetenschappelijke kennis in de Middeleeuwen(p. 17-32) een in tabellenvorm opgesteld werk over hygiëne in de diëtetiek van de hand van de elfde-eeuwse Iraakse geneesheer Ibn Butlan. Dit werk vormt een voorbeeld voor de rol die de Arabische wetenschap gespeeld als chakel tussen die uit de Oudheid en die van West-Europa: het steunt voor een groot deel op Griekse bronnen, en was, nadat het in dertiende eeuw in het Latijn is vertaald was zeer populair in het Westen, zowel in handschriftvorm als later als drukwerk.
Steunend op het archief van de stukkenbisdom Mechelen bestudeert R. Halleux in Helmontiana (p. 33-63) het Inquisitie-proces tegen Jan Baptist Van Helmont. Hij toont aan dat de Brusselse kunst in zijn tijd niet de enige paracelsiaan in Zuidelijke Nederlanden was, en geeft ophelderingen over de achtergronden van het proces.
C. De Backer beschrijft, aan de hand van archiefbronnen, U kunt informatie vinden over de apotheksberoep in Vlaanderen, bijvoorbeeld in Gent (pp. 65-88). Uit zijn studie, die de volutie tot omstreeks 1500 besproken, blijkt dat riet in de tweede helft van de dertiende eeuw gespecialiseerde apothecarissen te Gent werkzaam waren.
L. Danckaert heeft verschillende staten van De kaart van België op 1/20. 000 door Philippe Vandermaelen (p. 89-100) geïdentificeerd. Uit haar werk wordt duidelijk dat deze negentiende-eeuwse kartograaf voortdurend zijn kaarten bijwerkte om ze up-to-date te brengen, en dat veel van de in dit opzicht op zijn werk kritiek ongegrond is.
In Wij zullen u blijven informeren over onze informatie en nieuwe ideeën over de rol van de gegevensverwerkers. (pag. 101-122).
J. Mertens tenslolte heeft Uit ontwikkeling van ons meetsysteem (p. 123-140) beheerd. Er is een overdaad aan effecten op de lange termijn, de Egyptenaren in Mesopotamië, de Middeleeuwen en de vele sterren van de Franse Revolutie. Dit stelsel is echter niet van de ene dag op de andere in werking treden: officieel gangbaar gemaakt in 1801, werd het bijvoorbeeld in ons land pas in 1836 verplicht gesteld.
R. Calcoen