Chemische affiniteit en algemene aantrekkingskracht
De zoektocht naar de aard van affiniteiten brengt iedere opmerkzame scheikundige, Newtoniaans of niet, ertoe de volgende vraag te stellen: is de kracht van affiniteit van nature identiek aan de kracht van cohesie en de kracht van algemene aantrekkingskracht? Limburg stelt het als volgt:
“ Is de kracht waarmee lichamen zich verenigen anders dan de kracht waarmee ze zichzelf bij elkaar houden? Is de eigenschap die goud en zilver verenigt anders dan de eigenschap die samenhang creëert wanneer ze gemengd zijn? Is affiniteit dus anders dan cohesie en dus aantrekkelijkheid in het algemeen? »[[ ibid., p. 38-39. ]].
Relevante vragen waarop Limbourg, voorzichtig, een antwoord geeft dat we geneigd zijn te kwalificeren als ‘Normandisch »:
“ De chemische affiniteiten zijn dus zeer analoog aan de eigenschap, waar de algemene natuurkunde zich mee bezighoudt onder de naam aantrekking, en ze lijken alleen dezelfde eigenschap te zijn, alleen verschillend in gradaties; De natuurkunde beschouwt het onder de naam Aantrekking in lichamen waar het wordt uitgeoefend in massa's, eenvoudig of samengesteld, en zonder de lichamen in hun elementen te verdelen, terwijl de Scheikunde het beschouwt onder de naam Relatie of Affiniteit in lichamen, waar het wordt uitgeoefend tussen hun elementen. elementen, zelfs door ze te verdelen, of op zijn minst met zo’n moeite dat ze zonder deze verdeling niet gescheiden zouden kunnen worden »[[ Ibid., p. 39.]].
Maar dit werpt geen licht op de oorzaak (primaire oorzaak) van de affiniteiten, waarnaar de auteur niet echt lijkt te zoeken. Hij neemt inderdaad een prepositivistisch standpunt in :
“ Er zal worden tegengeworpen dat de vergelijking van affiniteiten met aantrekking nauwelijks de essentie van hun oorzaak verheldert en dat ik zal hebben geprobeerd vast te stellen dat affiniteiten qua principe net zo onduidelijk zijn als de andere aantrekkingen. Maar wat betreft affiniteiten; net als in de algemene natuurkunde moeten we het eens zijn over het gebrek aan duidelijkheid dat we over deze kwestie hebben en de onmogelijkheid waar we tot nu toe zijn om de effectieve oorzaak ervan vast te stellen, dat wil zeggen waarvan de beweging afhangt die plaatsvindt om twee stoffen samen te brengen tegenover elkaar, tot het punt dat ze in de war raken... »[[ Ibid., p. 40. ]] .
En als affiniteit de naam is die wordt gegeven aan een reële, gevoelige en zeer zekere eigenschap, blijft deze in zijn eerste oorzaak duister:
“ We zijn daarom verplicht ons te beperken tot de secundaire oorzaken, de essentiële gevolgen en de verschijnselen waarvan we duidelijk waarnemen dat ze daaruit voortkomen. ".
Wat de aard van deze secundaire oorzaken betreft, lijkt Limbourg een compromis te willen sluiten tussen de mechanistische opvattingen die hij doorgaans verwerpt, maar waarvan hij enkele elementen en Newtoniaanse aantrekkingskracht behoudt.
Ondanks het gebrek aan duidelijkheid in zijn presentatie over de aard of oorzaak van affiniteiten, slaagt hij erin er algemene regels over te stellen; er zijn er 10; ze vatten de eerder ontwikkelde ideeën samen en proberen reacties te classificeren waarin verschillende lichamen en talrijke factoren tussenkomen.