Het ligt in ieder geval niet meer in Luik, maar in de Studio algemeen uit Parijs en Bologna dat de Luikse bevolking de nieuwe wetenschap zal leren. Van 1200 tot 1350 identificeerde Christine Renardy (1979) bijna 700 academici die verbonden waren met het bisdom Luik. Degenen onder hen die voorbestemd zijn voor de hogere wetenschap, streven een carrière in het buitenland na. Degenen die terugkeren, zijn verstrikt in scheidsrechters- en administratieve taken.
Er blijven echter discrete maar bijzonder actieve intellectuele centra bestaan.
Dit is het geval voor de abdij van Saint Jacques, op het gebied van de medische wetenschappen. Talrijke medische manuscripten, nu verspreid, dragen het kenmerk dat ze tot deze abdij behoren. Ze concentreren zich op de 13e en 14e eeuw (Denoel, 1971). Ondanks het ontbreken van catalogi vóór de 16e eeuw kunnen we vaststellen dat ze zich destijds inderdaad in de bibliotheek bevonden en dat ze daar werden becommentarieerd, dankzij de geschriften van de monnik Leonard [[ S. Balau (1902b) reproduceert de mededeling door Hyacinte Van der Meer, Bibliotheca scriptorum leodiensium, ms. BR 17639, Leonardus Belarmie monachum geïnduceerd in monasterio sancti Jacobi Leodiensis vir studiosus en eruditus, scripsit non spernenda volumina de quibus
onderwerp van onderwerp. De curatione podagrae lib. Ik begin met “Podagra est infirmitas pedum”.
Dicavitque Nicolao de Jardino. Het regime conservandae sanitatia lib. Ik heb de exorditur “ln vere cave frigus” uitgesproken. De diversis cibariis conficiendis lib. Ik plaag overleden anno 1401.]] .
Eind 14e eeuw componeerde hij een medische bloemlezing [[ Leiden, Universiteitsbibliotheek. BPL 191 C, s. XV. F. 135r-140v. Extracta ex libris medicinalibus.]], een werk uit de diëtetiek [[ Leiden, ms. cit., f. 141r-154v Het regime conservandae sanitatis.]] en een Van Podagra[[Darmstadt 435, geb. 1r-75v Van Podagra.]]. Deze verhandelingen verdienen geen publicatie. Het betreft verzamelingen uittreksels, afkomstig uit de abdijbibliotheek. We nemen de zorg waar om alle sectoren van de geneeskunde te bestrijken [[ Voor de huidige presentatie zullen we eenvoudigweg de overeenstemming vaststellen tussen het manuscript van de abdij en de citaten uit de Van Podagra.]]. De Ouden zijn weinig vertegenwoordigd, met het commentaar van Galenus eropAforismen van Hippocrates [[ Geciteerd uit podagra, f. 3v en 4r.]], tot Epidemieën [[ Geciteerd Van Podagra, F. 35v.]], op Regering van acute ziekten[[ Geciteerd Van Podagra, F. 34r.]] en a Chirurgie [[Mevrouw Darmstadt 329.]].
De Arabieren veroverden een belangrijke plaats voor zichzelf: Johannitius bijIsagoge[[ Geciteerd Van Podagra, F. 10r.]], Razi met uittreksels uit het boek aan Almansor [[ Mevrouw Wolfenbüttel 51. 1. Aug. 2°.]] en een verhandeling over kindergeneeskunde [[ Mevrouw Wolfenbüttel 51. 1 aug. 2°. ]] ; Avicenna met uittreksels uit de Canon [[ Ms. Darmstadt 501.]], vooral Isaac Israeli met zijn verhandeling over definities [[ Ms. Darmstadt 2640.]], over humors [[ Geciteerd uit podagra, f. 14r.]], zijn verhandeling over elementen [[ Mevrouw Darmstadt 2640.]], zijn universele en specifieke diëten[[ Geciteerd Van Podagra, F. 4r.]], Haly Abbas met de Pantegni vertaald door Constantijn de Afrikaan[[ Geciteerd Van Podagra, ff. 5r, 22v, 46v.]], Serapion vertaald door Simon van Genua[[ Mevrouw Wolfenbüttel 51.1. augustus 2°, aangehaald Van Podagra, F. 48r. ]], de School van Salerno wordt vertegenwoordigd door Constantijn met de Viaticum [[ Mevrouw Darmstadt 319, geciteerd Van Podagra, F. 4r.]], de Liberoculorum[[ Mevrouw Wolfenbüttel 51. 1. Aug. 2°.]] de Bevrijd coïtus[[ Mevrouw Wolfenbüttel 51. 1. Aug. 2°.]], de Van Gradibus[[ Mevrouw Darmstadt 2284.]], Gariopontus met de Gepassioneerd[[ Mevrouw Darmstadt 329.]], Copho met de modus mendi[[Mevr. Darmstadt 329 en 2640.]] en de therapeutische verhandelingen van Platearius [[ Mss. Darmstadt 329 en 501; geciteerd uit podagra, F. 48r.]], Johannes van Sint-Paulus[[ Mevrouw Darmstadt 329.
]], Bartholomeüs van Salerno [[ Mevrouw Darmstadt 501.]].
Maar we negeren recentere teksten niet, bijvoorbeeld Arnaud de Villeneuve met de zijne Dieet[[ Mevrouw Darmstadt 753; geciteerd Van Podagra, F. 66v.
]] of zijn verhandeling over aderlating[[ Ms. Darmstadt 501; geciteerd Van Podagra, F. 327r.
]] .Sommige van hen zijn zeer gespecialiseerd, de Verhandeling over medicijnen[[ Mevrouw Wolfenbüttel 51. 1. Aug. 2°.
]] en die van Urine van Gilles de Corbeil [[ Cité Van Podagra, F. 17r.
]], de opmerkingen aan Constantijn door Gérard Bituricensis[[Ms. Darmstadt 319, stad Van Podagra, ff. 6r, 7v, 14v, 48r. Ook Darmstadt 501.]], en Jean de St Amand[[ Geciteerd Van Podagra, F. 27r, 66v. ]].
Een bibliotheek die kon wedijveren met de beste medische boekwinkels van Europa, maar ook een wereld die op zichzelf gesloten was.