1982 – 5(2)

Datzelfde jaar had Van Monckhoven andere zorgen, aangezien het het begin markeerde van zijn samenwerking met fotograaf Emil Rabending. Deze laatste genoot al een zekere reputatie in de Weense high society. Voor het eerst gevestigd in de populaire wijk Leopoldstadt, aan de Taborastrasse, 18, stelde zijn succes hem in staat aan zijn klantenkring aan te kondigen dat hij in januari 1867 naar de prachtige wijk Wieden zou verhuizen. De Oostenrijks-Hongaarse hoofdstad werd toen als een belangrijke plaats beschouwd. voor de kwaliteit van de fotografen die er werkten. Van Monckhoven zag daar beslist grotere mogelijkheden dan in zijn geboorteland. Zijn samenwerking met Rabending, die duurde tot de herfst van 1870, stelde hem in staat de vruchten van zijn onderzoek in de praktijk te brengen.

afbeelding17-2.jpg
Afb. 3. – Het atelier van Rabending en Van Monckhoven in Wenen, houtgravure.

In die tijd vond de overgrote meerderheid van de fotografieworkshops plaats op de zolders van ondeugdelijk gebouwde huizen. Aan de andere kant werd de werkplaats Rabending-Van Monckhoven in Favoritenstrasse, 3, speciaal ontworpen om te voldoen aan alle eisen die nodig zijn voor de productie van portretten in optimale omstandigheden (fig. 3). De constructie van de werkplaats was vergelijkbaar met die welke bekend staat als de "Tunnel", in gebruik sinds 1863, maar met enkele aanpassingen om betere lichtomstandigheden te verkrijgen. Een ander bijzonder aspect dat ongetwijfeld heeft bijgedragen aan het aantrekken van een “goedgehumeurde” klantenkring, waaronder de keizerin, was de bouw van het geheel. Een bezoeker gaf destijds de volgende beschrijving (BBP, 1868): Het etablissement is een gebouw van één verdieping: de glazen kast beslaat de eerste: het hele gebouw is geïsoleerd in het midden van een grote binnenplaats die toegankelijk is voor auto's. Wat als eerste opvalt is een hoge muur waarop een krachtig perspectief is geschilderd in een neutrale kleur die het einde van een bospad voorstelt: deze plek is bedoeld voor de reproductie van de bemanningen en de ruiterportretten. Deze plek werd ook gebruikt om groepsportretten te maken, zoals die in afb. 4.

afbeelding18-2.jpg
Afb. 4. – Rabending en Van Monckhoven: Groepsportret (ca. 1867), albuminedruk, 90 x 139 mm.

Van Monckhoven vond tijdens zijn verblijf nog tijd om verschillende artikelen aan de Weense Fotografische Vereniging te presenteren, waarvan de meest opmerkelijke de titel "Uitbreidingen met kunstlicht" heeft. Dit onderzoek werd vooral ingegeven door de noodzaak om een rationeler gebruik van de werkplaatsuitrusting te garanderen door zichzelf te bevrijden van de afhankelijkheid van zonlicht, en zo een betere winstgevendheid te garanderen voor de twee vergroters die daar permanent actief waren. De associatie met Rabending had Van Monckhovens verlangen om zijn technische kennis winstgevend te maken en naar het industriële toneel te gaan waarschijnlijk geaccentueerd.

Bij zijn terugkeer naar Gent richtte hij een fabriek op die gespecialiseerd was in de vervaardiging van fotografisch papier op koolstofbasis, waarvan de onveranderlijkheid tegemoetkwam aan zijn verlangen om een product van topkwaliteit aan te bieden. Kort daarna begon hij deze productie te diversifiëren en uit te breiden naar andere emulsies, zoals gelatine.

Van Monckhoven had inmiddels kennis gemaakt met Hortensia Tackels [[ De vrouw van Van Monckhoven was naar alle waarschijnlijkheid familie van D. Tackels, eveneens een fabrikant van fotografische platen en papier, gevestigd in Gent. Zeker is echter dat zijn vrouw na de dood van Van Monckhoven de leiding van het bedrijf met succes heeft voortgezet (Roosens, 1974).]] en zij besloten hun lot te verenigen. Het huwelijk werd gevierd op 12 december 1872 en uit dit huwelijk werden twee dochters geboren [[ Het zou een tweede huwelijk kunnen zijn, omdat bepaalde aanwijzingen ons doen geloven in het bestaan van twee kinderen, een zoon en een dochter, toen Van Monckhoven werd gevestigd in Wenen]].

Zoek op de site

Zoekopdracht