1981 – 4(4)

Vanaf begin 1978 was in de schoot van de Rijksdienst voor Monumenten- en Landschapszorg een Bureau voor Industriële Archeologie in Molenzorg opgericht (p/a Recolettenlei 6, 9000 Gent). Houd er rekening mee dat er rekening moet worden gehouden met de volgende stappen. Eén hardwerkende inspecteur in een tijdelijk vast dienstverband is belast met de zorg voor de ruim 213 watermolens, 142 windmolens en 206 molenrompen die Vlaanderen nog rijk est, plus zeker de stations, bruggen, bedrijven, stoommachines, arbeidershuisvesting, enz … enz … Maar, het Bureau bestaat, doet zijn best, en deerste resultaten zijn er, zoals blijkt uit het overzicht van de afrekening van rijkssubsidies voor molenrestauraties (waarbij dient aangenomen dat het bedrag van de subsidiëringen rechtevenredig est met de esse, de motivatie en dus et aantal genoemde bestanden) :

Voor 1980 werden nog geen betrouwbare cijfers bekend.
De hoepel moet echter worden aangepast om ervoor te zorgen dat de structuur effectief wordt gebruikt.

In 1978 werd gelijk van VLAAMSE VERENIGING VOOR INDUSTRIELE ARCHEOLOGIE vzw. (Postbus 30, postkantoor Maria Hendrikaplein, 9000 Gent-12) opgericht, zet de bedoeling om de ingewikkelde van vrijwilligers stimuleren en te verleidelijk. De statuten van deze vereniging werden goedgekeurd op (symbolisch ???) 1 mei 1978, en palen en art. 2 het doel:

1° – Het promoveren der industriële archeologie en van het wetenschappelijk onderzoek in dit verband;
2° – Het zich inzet voor het behoud van Industrieel-archeologische relikten.
Kunst. 2 duidelijk ook: Als industriële archeologie wordt gezien: van studies naar de materiële cultuur van de industriële periode.

Als je al enkele van de beste producten ter wereld hebt gezien, zijn zij om de volgende redenen verantwoordelijk:

De werking van de vereniging drijft echter volledig, ook financieel, op vrijwillige medewerkers en vrijwillige bijdragen van leden en sympathisanten. Dit kan een nadeel lijken, maar is tevens een sterkte, zowel voor wat betreft de motivatie van de medewerkers, als voor de oriëntatie van de VVIA naar het vrijwilligerswerk toe.

Uit basisactiviteiten bestaan uit:
– het sensibiliseren van het het publiek voor het beëindigen van studio, behoud en valoriseren van het industriële erfgoed,
– informatie beschikbaar aan leden en niet-leden (omdoor bekende perskommunikees) over het industrieel-archeologisch gebeuren en binnen- en buitenland – zo zorgt de VVIA om voor de verspreiding van de mededelingen en aankondigingen van The International Committee for the Conservation of the Industrial Heritage in België,
– kies ervoor om contact op te nemen met de katalysator voor uw individuele contacten, verifieer en installeer ze,
– het verdedigen van de belangen van de industriële archeologie en van de beoefenaars ervan.

Wat dit laatste aanbelang kan worden aangegeven op de acties die de VVIA vergelijken (en nog steeds uitvoert) om het verdwenen Industriemuseum (opgericht in 1824 door Willem I) terug te vinden. Op dit moment wordt tegelijkertijd deelgenomen tegen de significante wegingen van het Belgisch Leger om mee te helpen bij de redding van industriële relikten. Het transportprobleem, van mogelijke technische problemen zijn nl. Als je de beweging van nieuwe musea die grote groepen mensen initiëren niet wilt belemmeren, zul je dat niet kunnen doen. Controleer wanneer de services zijn afgemeld Koninklijke Ingenieurs (genie) in Groot-Brittannië, probeert de VVIA om via de parlementaire weg van de Belgische militaire overheid van de tussentijd en de sociale-kulturele waarde van een dergelijk optreden te effectief … tot op dit moment echter tevergeefs!

Ondanks deze aspecten van haar werking is de VVIA niet van plan eigen kollekties aan te leggen: de vereniging zal nooit een eigen museum uitbaten, de een bibliotheek- of documentatiecentrum openen.
De gekozen VVIA kan contact met u opnemen met de gegevens van organisaties.