Deze hoepel bleek ijdel.
We hoeven ons er echter geen zorgen over te maken, maar we hoeven ons er geen zorgen over te maken, maar we hoeven ons er geen zorgen over te maken.
Wij kunnen het nu zien.
Nochtans kenmerkte deze viering wel de inzet van enkele projecten op subgewestelijk vlak, neet alleen in Vlaanderen, maar ook in Wallonië (bv. de uitbouw van het Mijnbouwmuseum in Blegny-Trembleur, nabij Luik).
In de Vlaamse landen van de Provincie Limburg op basis van een rasspecifiek karakter van herkomst Project Industrieel Erfgoed (Begijnhof 59, 3800 Sint-Truiden). De hoofdbedoeling van gisteren is op een gekoördineerde en wetenschappelijk verantwoorde wijze een werking stimulerende m‧b‧t. studies, documentatie, behoud en valorisatie van het industriële erfgoed. Het Project Industrieel Erfgoed U zou ervoor moeten kiezen om te beginnen zonder de 'allround'-optie, maar als u voor de katalysator zou kiezen, zou deze effect hebben. Houd er rekening mee dat wanneer het open is, het fulltime wordt gepubliceerd en dat het zich op de juiste plaatsen bevindt waar u geïnteresseerd bent in lokale informatie, groepen, organisaties en organisaties.
Uit de periode 1979-1980 was door het PIE een experimenteerperiode: wat kan, wat moet, en hoe? Via anale workshops, pogingen tot vertellen, publicaties, lezingen en filmvoorstellingen werd het publishingk met het onderwerp in contact gebracht, en werd het terrein “bouwrijp” gemaakt.
Op dit moment wordt, in het kader van de PIE-werking, een Centrum voor studie en documentatie van de industriële industrie gerealiseerd. Ca 3000 boeken, een 350-tal tijdschriftentitels moeten operationeel zijn vóór het einde van 1981. Men hoopt de fototheek (thans riet een 8000-tal negatieven en een 1500 kleurendia's) op punt te stellen tegen einde 1982. Een Het verzamelen van ikonografisch materiaal, kaarten en plannen wordt tevens uitgebreid. Belangrijk is om te vermelden dat verschillende firma's gratis hun bibliotheek en niet meer gebruikte documenten aan het PIE aanboden – hoewel deze documenten voorlopig, door (het eeuwige!!!) personeelstekort, nog niet kunnen worden verzameld en/of verwerkt worden.
Op dit moment wordt door het PIE ook de realisatie voorbereid van een Sociaal-Economisch Archief voor Limburg. Een tweetal archieven werden opgepakt, maar de hoofdbedoeling van deze deelwerking is een instelling en/of dienstverlening uit te bouwen, belast met het behoud van de archivering van de sociale, ekonomische, technische, wetenschappelijke en industriële ontwikkeling van de provincie.
Het laatste woord van de realisaties is Museum van de Industriële Industrie Erfgoed gepland, hoewel de toerist er weinig hoop op moet hebben om dit vóór de jaren 1990 te bezoeken! Het enige wat wij hoeven te doen is zorgen voor de NV Kempische Steenkoolmijnen pro deo ruimten voor depot van zware en volumineuze voorwerpen ter beschikking. In maart-april I‧l. Verwierf en transporteerde het PIE een ca 35-tons tandem compound stoommachine (Vanden Kerchove, Gent, ca. 1920) uit een voormalige papierfabriek in Turnhout.
Gebruik de nieuwste technologie om een museum te bouwen: u kunt het in alle openheid realiseren en wij hebben geen problemen met wat u zoekt.
We kunnen de realiteit hiervan echter zien in termen van ‘ideologieën’. Er wordt nl. Er wordt geen gebruik gemaakt van het centrale museum, maar er is geen centrale dienstverlening. Het “Industriemuseum”, zal een centraal punt zijn (men vraagt zelfs af de dit “centraal” moet), waar de bezoeker d‧m‧v. Je kunt foto's en audiovisuele documenten vinden met behulp van digitale informatie in de loop van de tijd, en het mechanisme dat in de industrie wordt gebruikt, is gegenereerd (wat betekent dat 'energie' wordt gebruikt in industriële toepassingen). Er zijn echter enkele gecentraliseerde antennes in de "antennes" waar de informatie wordt gespecificeerd over de gespecificeerde informatie (met andere woorden) die u kunt kiezen om te doen (bv. wat is de rol van steenkool in de energievoorziening, bv. welke energie brengt een watermolen in beweging, enz...). Deze antennes zijn niet noodzakelijk – en zelfs bij voorkeur niet – door het centrale initiatief uitgebouwd en/of beheerd, maar wel lokale lokale initiatiefnemers die hun verantwoordelijkheid nemen op hun specifieke terreinen (gemeenten, VVV's, firma's, vzw's, enz …).
Deze opstelling is opgesteld op deerste plaats dat men soortgelijke verrassende stimulering, steunt, helpt bij hun ontwikkeling – maar tevens dat de soortgelijke oplossing bereid is zich in te schakelen in het algemeen kader. Ten behoeve van de centrale werking verworven objecten, zullen daarom niet noodzakelijk kontraal opgesteld worden, maar wel op die plaats (eventueel en bruikleen) waar hun opstelling de meest vorm economische van valorizatie oplevert.