1981 – 4(3)

Alles wat de overblijfselen van de spoorwegen verwoestte, bedreigt ook Moulins. De Koning Boudewijnstichting biedt sponsoring en belastingvoordelen aan om eigenaars te helpen en aan te moedigen hun erfgoed op tijd te behouden (dat misschien ook van ons zou zijn?), maar het grootste deel, dat van de Staat, van zijn ondergeschikte, provinciale, gemeentelijke opvolger , parastatale en parastatale machten… blijft onderworpen aan onuitsprekelijke willekeur, zelfs aan opzettelijke vijandigheid.

Het probleem zal spoedig niet meer gesteld worden, de strijd zal ophouden bij gebrek aan strijders.

Een industriële casus als Moulins is meer een zaak van overheden die zich bewust zijn van hun missie.

Wat zouden eigenaren, laat staan bewoners, voor het onderhoud en behoud van dit kapitaal kunnen zorgen?

De machines gaan achteruit en zouden met voordeel kunnen worden overgebracht naar buitenlandse collecties, waar rijke opdrachtgevers zijn; de leeggemaakte hallen zouden in de winter onderdak kunnen bieden aan de caravans van naburige kampeerders, in afwachting van het geleidelijke instorten van de daken en schoorstenen terwijl het mos, de roest, de tijd het zal overnemen – veel sneller dan we onze problemen economisch zullen oplossen – om “liquideer” de resterende vaste activa.

Het zal nodig zijn om het onderhoud van het kanaal, de spoorverbinding en de opslag van de overblijfselen van de koperindustrie en de collecties en voorwerpen die daar hun ideale locatie zouden hebben gevonden, op te geven.

Ondertussen, hoeveel kost de accommodatie voor bijeenkomsten (wat?) in ontoereikende hotels niet ver weg... voor wie, voor wat, op wiens kosten?

Referenties

A. Dagant, 1979. – De overdracht van industrieel archeologisch erfgoed in België. Technologie 2 (2) : 35-9.

A. Janssens de Bisthoven et al., 1981. – Witboek over cultureel vastgoederfgoed. Koning Boudewijnstichting, 170 p., ill.

Zoek op de site

Zoekopdracht