1981 – 4(2)

OVER HET CONCEPT GESCHIEDENIS VAN TECHNIEKEN

Jean C. BAUDET
AIIbr industrieel ingenieur
Doctor aan de Universiteit van Parijs

Samenvatting
Over het concept van technologie

Analyseer de beschrijving van de techniek. De bindingen tussen de geschiedenis van de techniek en de industriële archeologie, worden in het kort licht.

Abstract
Over het concept van de geschiedenis van technieken

De epistemologische analyse van de geschiedenis van de technieken laat zien dat deze tak leidt tot een zich herhalende geschiedenis, of een geschiedenis die uitsluitend naar gebeurtenissen verwijst. De relaties tussen techniekgeschiedenis en industriële archeologie worden beknopt besproken.

Sommigen stapelen de takkenbossen van de brandstapel op; de anderen brengen de vonk. (naar Henri F.Amiel)

Over het nut van concepten

Er zijn auteurs die zo bezorgd zijn over kwaliteit en zo volkomen respectvol zijn voor hun publiek dat ze hun lezers alleen perfecte werken aanbieden. Met het risico dat ze nooit iets zullen lezen (het idee van perfectie komt hier, niet zonder diepgaande betekenis, samen met het concept van het niets), omdat het verzamelen van kaarten en documenten tijdens lang onderzoek tientallen jaren verstrijkt voordat uiteindelijk het langverwachte bedrag verschijnt , als niets een dergelijk project heeft gedwarsboomd. Deze werkwijze is, als ze slaagt, uitstekend.

Andere auteurs, door ik weet niet welke impuls, gedwongen om zich aan de reflectie van de lezer te onderwerpen, ideeën die ze misschien eerst aan hun eigen oordeel hadden moeten onderwerpen, publiceren schetsen, concepten, teksten die nog onvoldoende volwassen zijn, maar publiceren uiteindelijk. Hun respect voor de lezer bestaat niet uit het bieden van goede dingen, maar uit het bieden van iets.

Deze tweede manier van werken, die constanter succes heeft dan de eerste, is niet slecht.

Het is duidelijk dat we hier niet te maken hebben met de schrijver (die, zoals iedereen weet, altijd min of meer een man van genialiteit is), noch met de folliculaire, voor wie de voorgaande overwegingen zijn vervangen door die, veel beslissender, van de verleiding: een De publicist verleidt zijn publiek, een schrijver negeert het op voortreffelijke wijze. We doen alleen alsof we aan de wetenschappelijke auteur denken, deze bescheiden onderzoeker die alleen schrijft voor het ‘kleine publiek’ van zijn collega’s. En nog restrictiever hebben we alleen te maken met de techniekhistoricus, dat wil zeggen, aangezien deze variëteit in België onbekend is: de ingenieur, de algemeen historicus, de kunsthistoricus, de architect, de socioloog, de geograaf en de econoom.

Omdat wetenschap een opeenstapeling van kennis is die voortkomt uit de samenwerking van specialisten, wordt aangegeven dat zij niet aarzelen om hun resultaten te publiceren. Ook al zijn het slechts schetsen of schetsen, de onderzoeker kan de bekendmaking van zijn bevindingen of de presentatie van zijn gedachten niet uitstellen. [[ Lees, over de kwestie van de urgentie van publiceren, het artikel van Gaston (1972) in La Recherche.]] . De techniekhistoricus (dat wil zeggen de ingenieur, de algemeen historicus, enz.) heeft niet méér reden dan zijn collega's in andere disciplines om de publicatie van zijn resultaten, of het nu gaat om gegevensverzameling of theoretische reflectie, uit te stellen. Overzichten zijn vaak nuttig. We pretenderen niet meer dan een ruwe schets te presenteren, we hopen dat het voor sommigen nuttig zal zijn.

Zoek op de site

Zoekopdracht