1981 – 4(2)

Al de aangehaalde kleine de grotere gebreken tien spijt, blijven het waardevolle pogingen. De grote waarheid is dat zij hebben bijgedragen tot het maken van een (nog diepgaande) inventarissen. We staan al aan de goede kant, dus we hebben veel opties voor u om te profiteren van een middelen stranden, van Leiden tot het sluiten van een compromis. Als u informatie zoekt over de nieuwste encyclopedische onderzoeken, kunt u daar meer over lezen. Pogingen, zoals deze spons door Paul Danblon en JB Quintyn, vormen misschien ooit eens de ananloop tot geschiedkundig en encyclopedisch standaardwerk. Nu zou een herwerking zijn, zoals het samensmelten van de inhoud van beide werken, een resultaat dat ook de specialist moet weten te boeien.

Andere recente werken in verband met de beoefening van de wetenschap in België, verdienen en bovendien opgenomen te worden. Zo o‧m. een studie over JF Kluyskens, grote naam op het stuk van de geneeskunde in het begin van de Dixie euw (Quintyn, 1980); een studio m‧b‧t. de historiek van de farmacieopleiding (Vandewiele, 1979) en een andere over de wetenschappelijke groei van de gerechtelijke geneeskunde (Thomas, 1978).

Als het item is verwijderd, moet dit mogelijk zijn. Bij Paul Danblon vallen heel wat druk- de taalfouten op, die zelfs voor de niet-Franstalige opslag kunnen zijn. Uit de kleine catalogus van Prof. Quintyn komt het met luxer gebruik. Met het wegschrijven van de telegramstijl, kun je uitgroeien tot een boeiend studieboekje.

Bibliografie

JC Baudet, 1980. – Koninklijke Academie van België: Honderdvijftig jaar artistiek leven, recensie. Technologie 3 : 79-80.

P.Danblon, 1980. – 1830-1980, 150 jaar wetenschap. Uitg. Paul Legrain, Brussel, 104 bl., ill.

JB Quintyn, 1980. – Catalogus bij de tentoonstelling België 150, Wetenschap en techniek. Ed. Generale Bankmaatschappij, Gent, 65 bl., ill.

JB Quintyn, 1980. – Jozef Frans Kluyskens, eerste voorman van het VlaamsBelgisch doktersgild. Sartonië 49 : 2-37.

F. Thomas, 1978. – De wetenschappelijke groei van de Belgische gerechtelijke geneeskunde. Sartonië 41 : 2-40.

LJ Vandewiele, 1979. – Geschiedenis van de farmacieopleiding in België; van werken van Belgische apothekers in de 19e eeuw. Sartonië 42 : 2-44.

BEOORDELINGEN

TECHNIEKEN EN CULTUUR (1978)
Onderzoeksteambulletin 191, nr. 3. Nationaal Centrum voor Wetenschappelijk Onderzoek, Huis van Menswetenschappen, René Descartes Universiteit (Parijs), 149 p.

Dit deel omvat drie studies die niet alleen proberen monografieën te produceren over duidelijk beperkte onderwerpen in de geschiedenis van de technieken, maar die bovendien elk relevante en nuttige epistemologische reflecties verschaffen.

De eerste, dankzij F. Picon, De adoptie van fokken bij het huis van de Guajiros-indianen, richt zich op het fundamentele probleem van de invloed van een nieuw technisch systeem op sociale structuren. Het probleem is enorm, aangezien de adoptie van nieuwe technieken niet alleen economische gevolgen heeft: de sociale organisatie en het waardensysteem worden min of meer diepgaand ontwricht. Aan de andere kant plaatst de auteur de vraag binnen het raamwerk van het acculturatieprobleem, aangezien het in zekere zin een pagina van de koloniale geschiedenis is dat het een kwestie van schrijven was. De Guajiros bezetten het schiereiland Guajira, in het noorden van Colombia en aan de westelijke oever van de Golf van Venezuela (semi-woestijnklimaat). Vóór de Europese penetratie leefden ze van jagen, vissen en verzamelen (landbouw in sommige regio's). De Spanjaarden arriveerden rond 1520. De Guajiro's vonden zo een nieuwe hulpbron: door tijdens meerdere invallen vee van de kolonisten te stelen, gingen ze van de jacht naar de fokkerij. Deze omwenteling van hun materiële bestaansvoorwaarden, die bestaat uit de overgang van de ‘jachttechniek’ naar de ‘foktechniek’, zal een herstructurering van het rechtssysteem en het waardensysteem veroorzaken. Aan de andere kant zal de mythologie zodanig worden gemanipuleerd dat de mythen die momenteel worden voorgesteld dat de veehouderij en de fokkerij dateren van vóór de komst van de Spanjaarden.

Dit alles wordt zorgvuldig geanalyseerd, en enkele methodologische opmerkingen completeren dit werk: de auteur moet inderdaad etnohistorisch werk hebben gedaan, en zijn reflecties over de relaties tussen geschiedenis en etnologie, tussen veldwerk en studie van documenten ontbreken niet.

Zoek op de site

Zoekopdracht