De Berg der Kunsten
Ernstige meningsverschillen scheidden Ch. Buls van Leopold II over het project voor de transformatie van de Sint-Rochuswijk. Niet alleen was het project van de Koning veel duurder voor de stad, maar Ch. Buls vond het ook jammer dat de straten van deze zeer oude wijk van hun commerciële karakter werden ontdaan. Het plan van de regering, genaamd Balat-kaart, verbeterd door het Brusselse wethouder Heyvaert, had het voordeel dat het rationeler was dan het plan dat door het College werd voorgesteld. In 1882 bedacht de architect Balat een plan dat de ontruiming van de musea mogelijk maakte, maar dat de herschikking van de Montagne de la Cour vereiste, aan de rechterkant omhoog, tussen de Cantersteen en de Petite rue du Musée. Om de uitvoering van dit plan mogelijk te maken, tekent de heer Balat een straat die slingert tussen het Koningsplein en de Cantersteen.
De ruzies vermenigvuldigen zich totdat, met behulp van de politiek, van alle kanten druk begint te worden gevoeld. De inwoners van dit deel van de stad ontmoetten elkaar in de Taverne Saint-Jean en het College-plan werd zwaar beschadigd. Betrokkenen spreken de hoop uit dat de autoriteiten onverwijld een besluit zullen nemen. De Kroniek van Openbare Werken en Financiën (nr. 16, 22 april 1894) zijzelf neemt deze manier van kijken over en begrijpt de plannen van Buls niet.
Op 30 april 1894 stuurde de regering, bij monde van minister Léon De Bruyn, een brief aan de Stad waarin zij schatte dat de verbetering van de wijk Saint-Roch na drie jaar studie haar laatste fase zou ingaan. Als u het project dat onze voorkeuren heeft niet adopteert, zegt de heer De Bruyn, reken niet op onze goedkeuring: u zult het koninklijk besluit tot onteigening niet verkrijgen. Vanaf dit moment meent Ch. Buls dat er geen sprake meer is van misverstand: de regering wil de indiening van de Raad. De heer Lemonnier vindt dat er nog nooit zo'n beledigende brief naar een gemeenteraad is gestuurd, terwijl de heer De Mot spreekt over het mes-op-de-keel-beleid. Buls kan het door de soeverein gesteunde project niet goedkeuren en, geconfronteerd met de manoeuvres binnen de gemeenteraad en de angst om niet langer door zijn adviseurs te worden gesteund, overweegt de burgemeester de meest waardige uitweg: ontslag.