1979 – 2(3/4)

Het juridische kader

Voordat we deze vier scholen bestuderen, is het passend om de juridische context samen te vatten, aangezien, zoals we hierboven hebben opgemerkt, technische titels door de wet worden beschermd. We zullen niet alle teksten in herinnering brengen, alhoewel er materiaal aanwezig is voor een interessante update over de geschiedenis van de Belgische wetgeving met betrekking tot het hoger onderwijs.

1816.09.25: Organiek decreet voor het hoger onderwijs in de zuidelijke provincies van het Koninkrijk der Nederlanden (met drie universiteiten: Leuven, Luik en Gent).

13.05.1825: Koninklijk besluit dat in elk van de universiteiten cursussen in scheikunde en mechanica organiseert, toegepast op de industriële kunsten (wat zal leiden tot de oprichting van de Industriële School van Gent en de School van de Mijnen van Luik).

1835.09.27: Organieke wet op het openbaar onderwijs, met betrekking tot universiteiten georganiseerd op staatskosten (Gent en Luik).

1849.07.15: Wet die de wet van 27 september 1835 op het hoger onderwijs wijzigt _ 1890.04.10: Wet op het uitreiken van academische graden en het universitaire examenprogramma. Cijfers van kandidaat-ingenieur, civiel mijnbouwingenieur en civiel bouwkundig ingenieur.

1891.07.03: Wet ter interpretatie van bepaalde artikelen van de wet van 10 april 1890.

13.06.1919: Ministerieel besluit waarbij de Centrale School voor Kunsten en Ambachten wordt gemachtigd het cijfer vaningenieur van kunst en ambachten.

21.05.1929: Wet op het bijeenroepen van academische graden, die voorziet in negen ‘wettelijke’ graden vanciviel ingenieurs: mijnen, metallurgie, chemie, architectuur, civiele bouw, scheepsbouw, mechanica, elektriciteit, textielindustrie.

11/03/1933: Koninklijk besluit tot vaststelling van een voorlopig statuut voor het technisch onderwijs.

05/07/1933: Koninklijk besluit tot vaststelling van de rang en het diploma vaningenieur technicus

1933/09/11: Wet op de bescherming van kwalificaties van het hoger onderwijs.

29/05/1934: Koninklijk besluit tot goedkeuring van twaalf hogere technische scholen (waaronder in Brussel: de Centrale School voor Kunsten en Ambachten, het Meurice-Chimie Instituut en het Nationaal Instituut voor Fermentatie-industrieën).

03/07/1934: Ministerieel besluit tot regeling van de Centrale Jury voor de toekenning van de graad van technisch ingenieur.

1934/07/09: Ministerieel besluit dat de werking van de jury's van de bijzondere scholen voor technische ingenieurs regelt.

29.01.1937: Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden voor de verwerving door de houder van het diploma van ingenieur-technicus van het diploma van ingenieur-technicus in een andere specialiteit: “minstens één academiejaar van het diploma van het eerste specialisme”.

1938.11.21: Wet tot wijziging, in het bijzonder met betrekking tot ingenieurs, van bepaalde bepalingen van de wet van 11 september 1933 betreffende de bescherming van de kwalificaties van het hoger onderwijs.

20/02/1939: Wet ter bescherming van de titel en het beroep vanarchitect.

28/04/1953: Wet op de organisatie van het hoger onderwijs aan staatsuniversiteiten.

29/07/1953: Organieke wet op het technisch onderwijs.

18.02.1964: Koninklijk besluit tot regeling van de ingenieurstechnische studies.

1970.07.07: Kaderwet betreffende de algemene structuur van het hoger onderwijs.

18.02.1977: Wet tot organisatie van het technisch en agrarisch hoger onderwijs op lange termijn voor kandidaten voor industrieel ingenieur en industrieel ingenieurs (universitair niveau).

18.02.1977: Wet betreffende de organisatie van het architectuuronderwijs.

18.10.1977: Koninklijk besluit tot oprichting van een staatsjury die de graden van kandidaat-industrieel ingenieur en industrieel ingenieur toekent.

Zoek op de site

Zoekopdracht