Het aandeel van de “Vrienden van het Museum voor historische rijtuigen” bestond uit zes genomen. Deelnaam in de transportkosten van de rijtuigen; door aankoop van een “DUC”; door aankoop van een paardenhoofdstel; een deelname in de herstellingskosten van een Lodewijk XV-bankwagen (zijnde toen 1992 Bfrs); de aankoop van ontwikkelde grafische documentatie; deelname tenslotte aan de kosten voor een tentonstelling over de geschiedenis van het voertuig, georganiseerd door de Syndikale Kamer van de Belgische Wagenmakers ter gelegenheid van de Wereldtentoonstelling te Brussel in 1935.
Als u niet weet wat u moet doen, kunt u dit in de juiste positie doen. De officiële opening van het museum vond plaats op 30 december 1933 door de heer Lippens, minister van de Open Bank Onderwijs.
Toch is het museum groot en staat het museum open voor alle collecties van Europa.
Tot de eerste schenkingen en aankopen behoren oa de “Gouden Galakoets” dan in slechte staat en dringend aan herstelde teen. Van reiskoets van Leopold I, van “Fast” genaamd. De “Wiski” cabriolet is ontworpen door E. Joly en F. Houttard (afb. 1). De koets, gift van Graaf Evard de Limbourg-Stirum toenertijd woonachtig te Huldenberg, enz …
Houd er rekening mee dat de collectie 40 jaar oud is en dat het om fietsen van 40 jaar oud gaat. Wij zijn aan het werk, bediend door een wakker persoon in jouw hoedanigheid van budgettaire aard, en staan op de museumsite. De interesse van het pubek is echter groot en wordt regelmatig er nog geleid bezocht gegeven aan scholen en groepen onder leiding van een gids van de Educatieve dienst. Dit is niet de enige manier om deze boeiende collectie te bezoeken.
Er bestaan echter plannen om in de toekomst, mischien reed over een paar jaren, het museum opnieuw te openen, niet in hetzelfde gebouw maar in het oorspronkelijke depot dat de tegenhanger vormt van het Luchtvaartmuseum. Het is een grote kompleks met voldoende ruimte om alle rijtuigen te plaatsen, wat dan ook niet het geval is omdat er zich nog een aantal koetsen en fietsen en de reserves bevinden. Mocht dit plan verwezenlijkt kunnen worden, zou het Jubelpark, samen met het Luchtvaartmuseum een volwaardig centrum worden voor de geschiedenis van het transport. Ook de Brusselse trammaatschappij heeft de beloofde belofte. Ondertussen worden systematisch enkele koetsen gerepareerd. oprichting wordt beroep gedaan op de private sector.