In België wordt op alle gebieden van intellectuele activiteit de vrijheid van spirituele avonturen beperkt, belemmerd, en wordt de expressie van gedachten gecensureerd, als gevolg van kerkelijke onverdraagzaamheid of in naam van het marxisme dat de opvolging van het katholicisme in een tijd van ontkerstening verzekert. Het is beslist niet langer de tijd dat een rector van de Universiteit van Leuven beweerde een professor gevangen te zetten die schuldig was aan het schuchter hebben gesuggereerd, bij monde van een van zijn studenten, dat het Copernicaanse systeem wel eens de waarheid zou kunnen weerspiegelen. Pelseneer: “van Velden” (Nationale biografie uitgegeven door de Koninklijke Academie van België, deel 26, 1936-1938, col. 562-567). ]]. Maar als een malacoloog, permanent secretaris van de Koninklijke Academie van België en correspondent van het Institut de France, transformisme en evolutie bewijst, zal de toegang tot het hoger onderwijs hem worden ontzegd: zijn hele leven zal hij gedwongen worden om scheikunde en natuurkunde te onderwijzen in een normale school[[ Op dezelfde manier zal de illustere godsdiensthistoricus Franz Cumont (1868-1947), die vijf jaar jonger is, naar een prestigieuze carrière in het buitenland worden geleid. Het is niet misplaatst om te bedenken dat Maeterlinck al sinds 1914 in de Index-opera omnia is opgenomen.]]; vervolging is het enige echt sociale aspect van de wetenschap. Een astronomische interpretatie van de Ster van Bethlehem zal verboden worden tijdens de bespreking van een mededeling opgesteld onder auspiciën van het Belgisch Comité voor de Geschiedenis van de Wetenschappen, bijeengekomen bij de Universitaire Stichting[[ Werken over de geschiedenis van de astronomie, daterend uit het einde van de 20e eeuw Uit de 19e eeuw bleek dat de Ster van Bethlehem in werkelijkheid een conjunctie van planeten of een supernova was. ]]. De afwezigheid van wetenschappelijke filosofie lijkt een van de negatieve kenmerken van het Belgische intellectuele milieu te zijn; de zeldzame pogingen in de richting van een wetenschappelijke filosofie worden ontmoedigd. Aan de andere kant wordt de behoefte aan wetenschappelijke kennis van de natie zo weinig gevoeld dat het, in strijd met de wet, voor de hand ligt om sinds die van 31 december 1947 geen algemene volkstelling meer uit te voeren. Tijdens de staking (april 1964) werd opgemerkt dat het aantal artsen in België zelfs bij benadering niet bekend was.]]. Onderwerping in alle takken van het denken!… Maar wee de naties die zich in slavernij storten. We hadden deze verzen van Hugo als epigraaf bij dit hoofdstuk kunnen opnemen:
… toen de leeuw België,
Gebogen als de os die een gemene vore graaft,
Heeft niet eens meer tanden om in zijn prop te bijten... [[ Autumn Leaves; XL.
We kunnen hier niet anders dan opmerken dat de twee verzetsgroepen die spontaan ontstonden tijdens de twee bezettingen van 1914-1918 en 1940-1944, verstoken zijn van enig intellectueel karakter. Deze twee bewegingen, die vaak rijk waren aan sublieme offers, werden soms geleid door vooraanstaande intellectuelen of academici. Maar wat deze twee verzetsgroepen doorgaans ontbeerden was een intellectueel gezicht.]]
Laten we er ook op wijzen dat de afwezigheid van intellectuele vrijheid zich manifesteert op het niveau van de Belgische student, in de onmogelijkheid van een vrije keuze van studierichtingen, dat wil zeggen docenten en cursussen; deze keuze zal strikt worden begrensd door de aard en de formulering van de gevraagde juridische diploma's; op het niveau van de Belgische onderzoeker, in het feit dat bepaalde oriëntaties of specialisaties verboden zijn: in het thuisland van Vesalius zal men bijvoorbeeld het recht worden geweigerd om een aggregatiescriptie van het hoger onderwijs in de geschiedenis van de geneeskunde te presenteren.
2. Het ongebreidelde materialisme van de Belg wordt terecht ingeroepen om de wetenschappelijke middelmatigheid van het land te verklaren. België is, zou je kunnen zeggen, altijd het thuisland van de handel geweest[[De Belgische bevolking vertegenwoordigt slechts 0,3% van de wereldbevolking, maar is goed voor 3,5% van de wereldhandel. ]]. Weinig aangetrokken door pure speculaties, verstoken van idealisme – het Belgische katholicisme, zo is vaak opgemerkt, ontbeert op bijzondere wijze spiritualiteit – streeft de Belg bijna altijd naar een onmiddellijk praktisch doel; hij heeft een positieve en realistische geest; onder ons bestaat er nauwelijks andere wetenschap dan toegepaste wetenschap; de oprichting, in december 1944, van een Instituut voor de Aanmoediging van Wetenschappelijk Onderzoek in Industrie en Landbouw (IRSIA) [[ De IRSIA besteedde in 1963 alleen al 132 miljoen aan agronomisch onderzoek; Er werden 54 agronomische onderzoekscentra gesubsidieerd, met een personeelsbestand van ongeveer 600 mensen, waaronder 170 afgestudeerden uit het hoger onderwijs.]] en in 1955 weerspiegelt de Industry-University Foundation deze trend; het Hoge Energie Laboratorium (dat later zal worden besproken) hangt af van het Ministerie van Economische Zaken en Energie, niet van het Ministerie van Nationaal Onderwijs en Cultuur; In de wetenschap wegen intellectuele en morele factoren echter zwaarder dan economische factoren. Met een vertoon van slechte smaak, dat doet denken aan het vertoon van de huizen op de Grote Markt van Brussel, schept de Belg er genoegen in om met goud te pronken.
Dit is het geval in de wetenschap, vooral sinds 1957 (oprichting van de Nationale Wetenschapscommissie) en sinds 1959 (oprichting van het Ministerieel Comité, de Interministeriële Commissie en de Nationale Raad voor Wetenschapsbeleid); in november 1963 maakte het hoofd van de regering met genoegen bekend dat de jaarlijkse kredieten voor wetenschappelijk onderzoek zo'n 7 miljard bedroegen. Bovendien wordt de financiering van toegepast onderzoek verzorgd door de industrie zelf, die er ruim 2 miljard euro aan besteedt. ]] of ongeveer 1% van het bruto nationaal product[[In 1962 besteedden de Verenigde Staten 3% van het bruto nationaal product aan onderzoek, Groot-Brittannië 2,5% en Frankrijk 1,5%: nieuw voorbeeld van wetenschappelijke superioriteit. Protestantse naties. ]]; deze studiepunten waren in 5 jaar tijd verdubbeld[[Het aantal docenten aan de Vrije Universiteit Brussel is de afgelopen 5 jaar verdubbeld. ]]. Maar de ware geest van wetenschappelijk onderzoek wordt in België in werkelijkheid zo slecht begrepen dat dit onderzoek bijna altijd wordt verward met toegepast onderzoek en toegepaste techniek. We hebben hierboven aangetoond dat een essentiële voorwaarde, bijzonder goedkoop, voor wetenschappelijke en culturele vooruitgang ligt in intellectuele ontwikkeling. vrijheid.
Twee voorbeelden zullen ons standpunt illustreren.
a) Hier is een jonge, uitzonderlijk begaafde wiskundige, de heer Jacques Tieten (zie deze naam); hij is het type geleerde dat een universiteit eert door hem aan te sluiten, maar van wie het gepast was om niet meer dan tien of vijftien uur jaarlijkse dienst te vragen, zodat hij zich volledig aan zijn onderzoek kon wijden. Integendeel, verantwoordelijk voor een vol programma en het geven van cursussen die geen verband houden met zijn specialiteit en die een professor zonder originaliteit zonder ernstig ongemak had kunnen aannemen, aanvaardt hij het aanbod van een buitenlandse universiteit die graag beter gebruik wil maken van een van onze zeldzame geleerden wiens reputatie is internationaal.
b) Het nut van pure en belangeloze wetenschap, schijnbaar nutteloos[[Wat is, na meer dan vier eeuwen, het nut van het Copernicaanse systeem (1543) of, na een halve eeuw, dat van de algemene relativiteitstheorie? ]], is niet opgenomen in België; Omdat we het contact met de zuivere wetenschap niet ver genoeg hadden doorgevoerd, zagen we de bruggen van het Albertkanaal instorten, of zagen we de bouw van het hellende vlak van Ronquières met meer dan een jaar vertraging oplopen.
In wat voorafgaat hebben we aangetoond dat het denken niet te controleren is en ook dat in België, zoals Maeterlinck zei, de sfeer van ‘Beulemans chocolade’ domineert. Dit zou voldoende zijn om te verklaren waarom er in de wetenschap tot nu toe weinig diepgaande originele opvattingen in ons land het levenslicht hebben gezien; Belgische wetenschappers hebben zich het vaakst geconcentreerd op de studie van theorieën of experimenten die hun oorsprong vinden in de internationale wetenschappelijke beweging.
Laten we tot een derde reden komen voor de bescheidenheid van het Belgische gedrag en de inspanningen op wetenschappelijk gebied.