Deze conferentiecyclus wordt gezamenlijk georganiseerd door het Nationaal Centrum voor de Geschiedenis van de Wetenschappen CNHS en de Riches Claires-bibliotheek.
Avec le soutien de la Commission communautaire française
Dinsdag 24 februari 2015
1867, Darwin komt naar Bergen: weinig bekende en vroege aflevering van een eindeloze oorlog door Denis Diagre, Nationale Botanische Tuin van België
De presentatie zal ingaan op een gebeurtenis die tot voor kort schijnbaar onbekend bleef bij historici: een verhit dispuut over de kwestie van het darwinistische transformisme, dat plaatsvond in Bergen, in 1867... enkele jaren voordat de Belgische wetenschappelijke wereld begon, neemt dit werkelijk over. debat. De hoofdrolspelers waren enerzijds Auguste Houzeau de Lehaye (1832-1922), vooruitstrevende opmerkelijke en toekomstige Grootmeester van het Grootoosten van België, en anderzijds ongeïdentificeerde vertegenwoordigers van de katholieke wereld (vermoedelijk) Bergen. Het steekspel vond plaats in twee plaatselijke kranten en duurde vele weken... Er werd, niet zonder geweld, gezwaaid met de meeste argumenten die vóór en elders in de wereld waren aangevoerd, voor of tegen het transformisme en zijn beroemdste vertegenwoordiger, Charles Darwin. Waarom was Bergen de plaats van deze ontsteking? Waarom vond het destijds plaats? Hoe kon zo’n explosie van ideeën beladen met mogelijke sociale en wetenschappelijke gevolgen, hoe kon zo’n explosie van haat ook… stil opgesloten blijven in de stad Hennuyère?
Dinsdag 24 maart 2015
Geneeskunde, Farmacie en Scheikunde in de tijd van Erasmus door Dr. Brigitte Van Tiggelen, Mémosciences
De ‘Tuin der Ziekten’, die bloeit in de schaduw van het Huis van Erasmus, getuigt van de bezorgdheid van de ‘Prins der Humanisten’ over zijn gezondheid, waarvan hij door zijn vruchtbare correspondentie vaak de veranderingen en angsten beschrijft die deze laatste teweegbrengen. . Net zoals de rest van de kennis, gaan de geneeskunde en de farmacie vooruit op het keerpunt van deze 16e eeuw, die zo rijk is aan ontdekkingen en omwentelingen. En hoewel de chemie vooral vooruitgang boekt in de marges van de Republiek der Letteren, profiteert ze van dit vruchtbare klimaat en ondergaat ze haar eigen transformatie.
Door de contrasterende paden van Vesalius en Paracelsus lijkt het erop dat de humanistische benadering net zo vruchtbaar is in de wetenschap als in de letteren, maar dat andere tradities, of ze nu oud of middeleeuws, populair of exotisch zijn, het therapeutische arsenaal verrijken, en vooral de middelen het begrijpen van materie, levend of levenloos.
Dinsdag 28 april 2015
Geschiedenis van tijdmeting: van de clepsydra tot het quartzhorloge door Emile Biémont, onderzoeksdirecteur bij FRS-FNRS, prof. aan de Universiteit van Bergen, lid van de Koninklijke Academie van België
Na de vooruitgang die is geboekt in de kennis van de beweging van de sterren, zijn er vanuit de astronomie steeds verfijndere correcties aangebracht in de manier waarop het jaar, maar ook de dag, wordt aangegeven, aanvankelijk onderbroken door de kabouters en zonnewijzers. Meer recentelijk heeft de natuurkunde ons de tijd van het atoom en de moleculen opgelegd. Van de cyclische en onnauwkeurige ‘tijd van de goden’ uit de oudheid tot de ‘tijd van de codes’, lineair en gekenmerkt door verbazingwekkende precisie, van het hedendaagse tijdperk, zijn er meerdere instrumenten ontwikkeld om de tijd te verkorten. Deze voortschrijdende rijping van de instrumentatie heeft meerdere wendingen en talloze aarzelingen gekend. We zullen in het kader van deze presentatie proberen deze lange evolutie in de zoektocht naar toenemende precisie te volgen. Enkele instrumenten voor het meten van de tijd zullen de revue passeren, van de gnomons en clepsydras uit de oudheid tot de ons bekende quartzhorloges...
Dinsdag 26 mei 2015
Brussel op het kruispunt van Europese wetenschappelijke netwerken in de 19e eeuw: de casus van de Faculteit Geneeskunde van de Vrije Universiteit Brussel door Renaud Bardez, geschiedenisonderzoeker, ULB
Kapitaal op het kruispunt en in de schaduw van de wetenschappelijke steden Parijs, Berlijn, Londen, Wenen en Brussel bevindt zich in een gunstige positie voor zijn integratie in Europese netwerken.
Vanaf het begin van de 19e eeuw bemoeide Brussel zich, in combinatie met de oprichting van de medische faculteit, in deze netwerken via de internationale connecties van zijn professoren. De meest opvallende op dit gebied, maar vergeten door de geschiedschrijving, is Gottlieb Gluge. Opgeleid aan de Universiteit van Berlijn en Parijs, was hij de eerste die het gebruik van de microscoop en experimentele onderzoeksprocessen in de geneeskunde onder de knie kreeg en deze twee praktijken in het universitair onderwijs introduceerde. Via het geval van Gottlieb Gluge nodig ik u uit om de integratie van Brussel in Europese wetenschappelijke netwerken en de introductie van nieuwe technologieën binnen het leren van de geneeskunde te herontdekken.