1986 – 9(3)

Dit was niet de eerste keer dat dit soort fenomeen werd waargenomen en Froidmont zal uiteraard vijf auteurs aanhalen die er vóór hem over hadden gerapporteerd, om duidelijk zijn eruditie aan te tonen, zoals destijds gebruikelijk was. De precieze datum van de waarneming ontbreekt en de tekst staat ons niet toe met zekerheid commentaar te geven op de identiteit van de waargenomen soort, maar het feit lijkt authentiek aangezien er getuigen waren. Het werd algemeen aanvaard dat deze kikkers zich in de wolken vormden, maar Froidmont stelde deze keer een andere theorie voor; het zou het contact van de regen met het stof van de droge grond zijn waardoor deze zouden ontstaan. Deze observatie en Froidmonts interpretatie ervan werden bekritiseerd door John Ray [1627-1725], wiens echte naam Wray was, soms gelatiniseerd als Rajus.

Ce théologien était aussi philologue et surtout un remarquable naturaliste, que l’on considéra d’ailleurs comme le Linné anglais (Raven 1950, Keynes 1976). L’ouvrage qu’il consacra à « L’Existence et la Sagesse de Dieu manifestées dans les Œuvres de la Création » est vraiment stupéfiant, car derrière ce titre théologique se cache en réalité un remarquable ouvrage de biologie où l’auteur s’est attaché tout spécialement à démontrer les adaptations des animaux à leur milieu. C’est en particulier le cas pour le vol des oiseaux (1 : 146 ss.), pour la nage des poissons (1: 151-152), pour la bipédie de l’homme (II : 221), la respiration des poissons (1: 76), les migrations des oiseaux (1: 128), les vocalisations des animaux (1 : 159), la théorie de la signature des plantes (1 : 113), la présence dès l’origine, chez les femelles, des germes qui vont engendrer la descendance (1 : 115)[[Pages citées d’après la onzième édition, de 1743.]] retiennent vraiment l’attention du biologiste contemporain par la qualité exceptionnelle des commentaires.

Het werk was een uitzonderlijk succes. De eerste druk dateert uit 1691; de volgende uit 1692 (2e, met toevoegingen), 1701 (3e, idem), 1704 (4e, idem), 1709 (5e, identiek aan de 4e afgezien van het ontbreken van de waarschuwing in de 5e). Vanaf de 6e druk, in 1714, blijven de tekst, het formaat (in-8°) en de paginering ongewijzigd, al is de presentatie soms iets anders: 1717 (7e), 1722 (8e), 1727 (9e). ), 1735 (10e), 1743 (11e), 1759 (12e), maar er zijn satellietedities, ongetwijfeld piraten, met verschillende formaten en pagineringen, bijvoorbeeld in 1744, 1750, 1756, 1758. In de latere edities staat de tekst blijft ongewijzigd, maar er zijn variabele pagineringen: 1762 (13e), 1768, 1777 (twee edities in hetzelfde jaar), 1798, 1827, 1844. De recente heruitgave van 1969 is gebaseerd op een editie uit 1699, anders dan de vorige .

De eerste Franse editie dateert uit 1714 en was gebaseerd op de 5e editie van 1709; die van 1723 is slechts een herdruk, maar met een nieuwe titel. De eerste Duitse uitgave stamt uit 1717; het werd opgericht volgens de 6e editie van 1714. De eerste Nederlandse editie verscheen in 1732 en werd opgesteld volgens de 9e editie van 1727; de tweede in 1765 volgens de 12e editie van 1750 (nadere details in Keynes, 1976).

C’est dans la discussion relative à la question de la génération spontanée que John Ray analyse critiquement le témoignage de Froidmont [[ Pages citées d’après la onzième édition, de 1743.]] C’est un texte remarquable et absolument digne des anthologies de l’histoire des sciences et en particulier de la biologie. Il commence par rappeler que la naissance des grenouilles dans les nuages ou le fait qu’elles proviendraient de la coagulation de la poussière, comme le pensait Froidmont, ne sont que des théories gratuites. Puis survient le raisonnement absurdo. Examinons, dit-il, comment se passe la génération des grenouilles de manière naturelle: il faut un mâle et une femelle… Il faut un accouplement… une fécondation… des têtards… qui se métamorphosent. A quoi servirait donc tout ce processus, inventé par le Créateur, s’il suffisait aux grenouilles de se reproduire par génération spontanée dans les nuages ou sur terre?

Vervolgens verzamelt John Ray argumenten die zullen aantonen dat dergelijke hypothesen niet toelaatbaar zijn:

1° het is veel te koud in de wolken…

2° als ze vallen, worden de dieren gedood of in vieren gedeeld.

Dit is ook de reden dat Froidmont de eerste hypothese verwierp. Ray reproduceert vervolgens de waarneming van Froidmont en laat vervolgens zien dat we deze waarneming heel anders kunnen interpreteren: voor hem kwamen de padden of kikkers uit hun holen op het moment van de stortbui. Dit fenomeen is vergelijkbaar met die padden en kikkers die in de zomer 's avonds naar buiten komen en we vragen ons af waar ze vandaan komen. Merk op dat Ray dit bescheiden presenteert, als een eenvoudige interpretatie die veel waarschijnlijker is dan die van Froidmont.

Zoek op de site

Zoekopdracht