WETENSCHAP IN HET LICHT VAN HAAR GESCHIEDENIS – 2012

Bartholomeus de Engelsman, Het boek over de eigenschappen van de dingen
Bartholomeus de Engelsman, Het boek over de eigenschappen van de dingen

Deze cyclus van conferenties wordt gezamenlijk georganiseerd door het Nationaal Centrum voor de Geschiedenis van de Wetenschappen CNHS en de Riches Claires-bibliotheek. Alle sprekers zijn lid van de non-profit organisatie CNHS.

Deze conferenties zullen plaatsvinden in de gebouwen van Riches Claires, Rijks Clairesstraat 24 in 1000 Brussel, van 18.30 uur tot 20.00 uur.

logojpg.jpg
Avec le soutien de la Commission communautaire française

Donderdag 16 februari om 18.30 uur

Geschiedenis van chaise longues, door Jan de Graeve, landmeter

Sinds de oudheid heeft het meten van de lengte van de meridiaan veel geleerden beziggehouden. De eerste metingen door Eratosthenes in de 3e eeuw voor Christus. JC zijn voor die tijd relatief nauwkeurig, maar zullen niet opnieuw worden bekeken vóór de heropleving van de geodesie in de 16e eeuw.

In deze tijd waarin de denkstromingen diepgaand worden ontwricht, verschijnen er nieuwe benaderingen en nieuwe technieken. Vervolgens kijken we naar metingen op grote schaal en onderzoeken we de hele aarde. Wiskundigen en meetkundigen zullen een eeuw later aan het avontuur beginnen.
Beginnend bij Gemma Frisius, die in 1533 in Leuven een verhandeling opstelde waarin de basis werd gelegd voor de moderne geodesie, zullen we in de voetsporen treden van de grote meetkundigen en cartografen uit de moderne tijd, zoals Mercator en Picard, tot aan de expedities die verantwoordelijk waren voor het meten van een boog van meridiaan in Peru en Lapland in de 18e eeuw en de Struve-meridiaan in de 19e eeuw.

Donderdag 8 maart om 18.30 uur

Chemie voor vrouwen, door dokter Brigitte Van Tiggelen, Mémosciences

Het Internationale Jaar van de Scheikunde viel samen met de viering van de honderdste verjaardag van de tweede Nobelprijs voor Marie Curie en heeft daarmee tot doel de aanwezigheid van vrouwen in de wetenschap in het algemeen en in de scheikunde in het bijzonder te bevorderen. De legende van Marie Curie lijkt deze boodschap perfect over te brengen: niemand op straat kent haar naam niet en de meesten kunnen haar bijdrage aan de wetenschap beschrijven. Haar carrière, vaak beschreven als uniek en zelfs uitzonderlijk, presenteert haar niettemin als een geïsoleerde heldin, die alles heeft opgeofferd aan de wetenschap, terwijl veel andere vrouwen scheikunde hebben ‘gedaan’, volgens uiteenlopende benaderingen en bestemmingen. We kunnen Lise Meitner of Rosalind Franklin noemen, maar ook minder bekende namen als Marie Meurdrac of Agnès Pockels. Welke rol hebben vrouwen op verschillende momenten in de geschiedenis van de chemie gespeeld? Hoe hebben zij zich bevrijd van de beperkingen die door de mentaliteit werden opgelegd? En wat heeft de scheikunde gewonnen door de beoefening ervan door vrouwen?

Donderdag 19 april om 18.30 uur

De regenboog: mythen, kunst, geschiedenis en wetenschap door Emile Biémont, onderzoeksdirecteur bij FRS-FNRS, professor aan de Universiteit van Bergen, lid van de Koninklijke Academie van België

De regenboog heeft altijd dichters en kunstenaars geïnspireerd. Het interesseerde en intrigeerde ook denkers en natuurkundigen. Onze huidige kennis van deze fotometeoor, een van de meest spectaculaire die aan de hemel kan worden waargenomen, is het resultaat van de lange progressie van ideeën van Aristoteles naar de vrij recente ontwikkelingen van de kwantummechanica. Na een beschrijving van het fenomeen zullen we de belangrijkste stadia in het ontstaan van ideeën vanaf de Griekse Oudheid tot de dag van vandaag bespreken en zullen we zien dat de geboekte vooruitgang, na vele kinderjaren, grotendeels afhankelijk is geweest van de ontwikkelingen in de optica en spectroscopie als evenals onze kennis van de mechanismen van het gezichtsvermogen.

Donderdag 10 mei om 18.30 uur

Belangrijke astronomische en geologische cycli in de middeleeuwse islam door Godefroid de Callatay, professor aan de Katholieke Universiteit Leuven

Net als veel andere wetenschappen is de Arabische astronomie van de Middeleeuwen grotendeels schatplichtig aan de beschavingen die aan de opkomst van de islam voorafgingen: India, Perzië maar ook en vooral de Griekse Oudheid. Deze ontleningen komen duidelijk naar voren in de conceptie van de grote astronomische cycli en in het bijzonder in de platonische theorie van het Grote Jaar, die de geleerden van de Islam in een toch al tamelijk vertekende vorm hebben geërfd.

Het doel van deze presentatie zal zijn om enkele van de avatars van de theorie in de wetenschappelijke literatuur van de middeleeuwse islam te volgen. We zullen in het bijzonder het geval bestuderen van de encyclopedie van de Brothers of Purity (Ikhwân al-Safâ', 10e eeuw), een synthesewerk van de verbazingwekkende moderniteit waarin de theorie van de grote cycli van het universum is gekoppeld aan een verklaring van geologische ontwikkelingen. fenomenen.

Conferentiebrochure om te downloaden

 

Illustratie: Bartholomeus de Engelsman, Het boek over de eigenschappen van dingen,

Parijs, Bijbel. Sainte-Geneviève, mevr. 1028, geb. 395, rond 1380-1395.

Bijlagen

Zoek op de site

Zoekopdracht