Bij Koninklijk Besluit van 10 april 1954 werd het BIN gemachtigd een collectief merk van overeenkomstigheid met zijn normen in te voeren. Het BENOR merk werd eveneens internationaal geregistreerd. Het wordt beheerd door het Comité voor het merk dat opgericht werd in de schoot van het BIN.
Een in het buitenland gevestigde aanvrager kan het gebruik van het merk verkrijgen onder twee bijkomende voorwaarden :
– indien er in zijn land een effectieve reciprociteit bestaat ten gunste van de in België
gevestigde aanvragers. Dat wil zeggen dat indien er in een land een merk van overeenkomstigheid bestaat, analoog met het merk BENOR, de uitvoerders van Belgische produkten die voldoen aan de vereiste octrooivoorwaarden, de machtiging tot gebruik ervan zo gemakkelijk kunnen bekomen als hij in België.
– indien hij in België een gevolmachtigde heeft die aanvaard is door het Comité voor het merk en die ten opzichte van dit laatste solidair verantwoordelijk is.
Op het gebied van de elektrotechniek is het CEBEC-merk dat door het Belgische elektrotechnisch comité (BEC) ingesteld is en waarvan de toekenning ondergeschikt is aan strenge technologische controles, die door het Centraal laboratorium voor de elektriciteit van het BEC worden verricht, van toepassing op de produkten die voldoen aan de specificaties die door het BEC opgesteld zijn.
De merken « CEBEC » en « BENOR » werden samengekoppeld.
Het hogervernoemd koninklijk besluit van 30 juli 1976 betreffende de bekrachtiging of de registratie van de door het BIN openbaar gemaakte normen is ook van groot belang voor de toepassing van de Belgische normen.
In de eerste plaats is er het artikel 7 dat specificeert dat de Staat en de andere publiekrechterlijke personen, de privaatrechterlijke personen en de andere belanghebbenden zowel de door de Koning bekrachtigde normen als de door het BIN geregistreerde normen als regels van goed vakmanschap beschouwen.
In dat opzicht is het dus van belang de Belgische normen toe te passen, te meer dat het leveren van het bewijs dat men de normen heeft gevolgd een gunstig effect heeft bij betwistingen en in gerechtszaken.
De normen worden ook geciteerd als regels van goedvakmanschap in bestekken en contractuele overeenkomsten en worden daarin zelfs opgelegd als de voorwaarden volgens dewelke werken dienen uitgevoerd te worden of materieel dient geleverd te worden.
Op basis van de wet van 14 juli 1976 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, werden zo pas de uitvoeringsmodaliteiten uitgewerkt waarin de normalisatie een grote rol kan spelen.
Er is vooreerst het koninklijk besluit van 22 april 1977 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, inzonderheid artikel 2 :
Art. 2. – De voorwaarden betreffende de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten worden nader bepaald door :
1° de algemene aannemingsvoorwaarden, vastgesteld bij besluit van de Eerste Minister ;
2° de bestekken of de bescheiden die ze vervangen ;
3° alle andere bescheiden waarnaar de bestekken verwijzen.
Onder 3° worden inzonderheid de typebestekken bedoeld, de omzendbrieven met algemene strekking en de gehomologeerde of geregistreerde normen (koninklijk besluit van 30 juli 1976, Belgisch staatsblad van 10 september 1976), bescheiden die allemaal in het contract mogen worden opgenomen door eenvoudige verwijzing naar hun kenmerk.
Het ministrieel besluit van 10 augustus 1977 houdende vaststelling van de algemene aannemingsvoorwaarden van de overheidsopdrachten van werken, leveringen en diensten bevestigt nog eens deze regel en zegt daarenboven in artikel 12 het volgende :
« Het bestuur is gerechtigd de technische keuring in zijn geheel of voor een gedeelte niet te verrichten (voorafgaande of a posteriori) indien de aannemer kan aantonen dat de produkten die hij zal verwerken, overeenkomstig de algemene aannemingsvoorwaarden en/of de bestekbepalingen, tijdens hun fabricage door een onpartijdige instelling werden gecontroleerd ».
Inzake dit laatste artikel kunnen de merken BENOR en CEBEC van overeenkomstigheid met de nationale normen een grote rol beginnen te spelen.
Dienaangaande werd einde 1977 een nieuw initiatief genomen op gebied van de samenwerking tussen alle belanghebbende partijen. Toen werd namelijk de v.z.w., « Organisatie voor de controle van gewapendbetonstaal » opgericht met participatie van de Staat, de siderurgie, de handel, de verbruikers en de studiebureaus.
Dit organisme heeft de bevoegdheid gekregen om als sectororganisme het Benor-merk op het gebied van het gewapendbetonstaal te beheren en het gebruik ervan toe te laten. Aldus krijgen de bevoegde besturen de gelegenheid de vereiste keuring van gewapendbetonstaal te vervangen door het BENOR-merk.