HET MIDDELEEUWS VEEGMES OF EEN BELANGRIJKE KLEINIGHEID
Johan DAVID
Conservator,
Museum voor de Oudere Technieken, Grimbergen
Résumé
Le maréchal-ferrant utilise entre autres un boutoir pour enlever la corne superflue du sabot du cheval. La première preuve de l’existence de cet outil semble être jusqu’à présent une miniature de 1373. Elle représente un boutoir sans garde, forme qui s’est maintenue en Grande-Bretagne et en Amérique. Sur le continent par contre l’outil continua son évolution et reçut une sorte de garde.
Abstract
The farrier uses a.o. a buttress-knife to cut off the horn of the hoof. The first evidence of such a tool seems to be a miniature of 1373, where a knife without « guard » can be seen. This form was used till recently in Great-Britain and America. On the continent the tool knew a further evolution : a «gard » was forged on it.
Vooraleer de smid het hoefijzer op de hoef plaatst, verwijdert hij het overtollig hoorn opdat het ijzer goed zou passen en de poot van het paard niet vervormd zou worden. Dat kan hij met veschillende werktuigen doen, die men vaak met elkaar verwart. Het hoefmes is een gewoon mesje, waarvan het blad zijdelings gekruld is, m.a.w. niet in één zelfde vlak ligt (afb. 2 onderaan). De vakman snijdt hiermee met één hand. Hij oefent dus betrekkelijk weinig kracht uit en gebruikt het werktuig dan ook vooral om de hoef te reinigen of af te werken. Met de houwkling daarentegen hakt hij. Ze bestaat uit en recht lemmer met brede rug, zonder hecht, waarop de hamer slaat. Het derde werktuig, waarover iets meer in dit artikeltje, is het veegmes, waarmee gesneden noch gehakt, maar gestoken wordt.