AUTOMATISME MUSICAL
LE CAS DU COMPONIUM DE DIEDERICH
NICOLAUS WINKEL
Ph. John VAN TIGGELEN
Prof. à l’Institut des Hautes Etudes des Communications Sociales de Mons
Maître de conf. à l’Université Catholique de Louvain
Résumé
Le Componium de Diederich Nicolaus Winkel, inventé à Amsterdam en 1821, est un orgue automatique unique et prodigieux, capable d’improviser et de créer des variations sur un thème musical à l’infini. Le principe en est l’« ars combinatoria » ou la permutation de cellules musicales engendrée par un mécanisme « aléatoire ». Depuis 1879, cet instrument se trouve au Musée Instrumental du Conservatoire de Bruxelles. Sur le plan musical, le Componium est en quelque sorte l’illustration mécanique des jeux de dés, de cartes et autres totons musicaux, très en vogue au XVIIIe siècle, à l’aide desquels toute personne ignorante de la musique pouvait composer des petites pièces élémentaires. Cet instrument est considéré comme le morceau d’anthologie de la musique mécanique.
Samenvatting
Het Componium van Diederich Nicolaus Winkel dat in 1821 te Amsterdam uitgevonden werd, is een mechanisch cylinderorgel enig in zijn soort. Sinds 1879 behoort het tot de verzamelingen van het Brusselse Instrumentenmuseum.
Het Componium bevat een erg ingewikkeld klokmechanisme dat de mogelijkheid biedt een bijna onbeperkt aantal variaties op een bepaald thema te componeren en improviseren. Om die muzieksegmenten die men door het instrument wil laten uitvoeren te bepalen, volstaat het het toevallig gekozen mechanisch procédé in werking te zetten.
De in de achttiende eeuw zeer modieuze muziekspelen, met de dobbelstenen, het kaartspel of de tolletjes als principe, kunnen enigzins als een voorloper beschouwd worden van het Componium van Winkel aangezien ook zij zelfs iemand die geen benul had van muziekregels in staat stelden zijn eigen stukken zorgvuldig samen te stellen aan de hand van geprefabriceerde muziekdelen. Het Componium is in alle opzichten het merkwaardigste stuk van alle automatische muziekinstrumenten.
Abstract
The Componium, invented in 1821 by Diedrich Nicolaus Winkel in Amsterdam is a twin-barrels orchestrion entirely unmatched and altogether prodigious. It is to be found in the collections of the Brussels Museum of Musical Instruments, where it has been installed in 1879. The Componium incorporates a very intricate clockwork, as to create and improvise an almost unlimited number of variations on a given theme. It involves the use of a random mechanical procedure in determining the music segments that are to be played by the instrument. A prefiguration of Winkel’s Componium is to be found in the eighteenth century dice music games which made it possible for any person ignorant of music rules to write his own pieces by arranging properly bits of prefabricated music. In all respects, the Componium represents the most noteworthy piece amongst ail automatic musical instruments.